In de nacht van 17 op 18 november 1944 overnachtten 18 geallieerde militairen in de grote schuur van de familie Van Norel aan de Stoopschaarweg in Elburg. Een gepland transport moest op het laatste moment gedwongen een dag worden uitgesteld, waardoor een overnachtingsplek noodzakelijk was. Verzetsman Jacob Deetman zocht contact met Gerrit van Norel. Na enige aarzeling stemde hij in met deze uiterst risicovolle onderneming. Zijn ouders wisten van niets. In de donkere avond van 17 november werden de geallieerde militairen achterop fietsen vanaf verschillende plekken naar het erf van de familie overgebracht. De volgende ochtend werden de mannen tegen vijf uur weer opgehaald.
De opluchting voor Gerrit van Norel was groot. Maar in de ochtend van 18 november volgde een uitgebreide huiszoeking door de Duitsers. Groot was de angst toen er in het hooi een leeg pakje Engelse sigaretten werd gevonden. De boerderij werd nog grondiger doorzocht, maar er werd gelukkig verder niets gevonden. Het is uiteindelijk wonderbaarlijk goed afgelopen. Het risico was dat de boerderij in brand zou worden gestoken. Na de bevrijding maakte Jacob Deetman een stilleven waarop een Bijbel, een kruik, een pijp, een kommetje en wat fruit is afgebeeld. Hij schonk het uit dankbaarheid aan Gerrit van Norel. Het stilleven heeft tientallen jaren aan de muur van de woning van de familie Van Norel in de Smedestraat 16 gehangen.
Collectie Willem van Norel