Al in juni 1940 kwam het bevel van de Duitse bezetters dat in de nachtelijke uren alles verduisterd moest worden. Ramen moesten worden afgeplakt en lichten werden op bevel van de bezetters gedoofd. Het kustlicht op de Vischpoort mocht niet meer branden net als het licht op het havenhoofd. De geallieerde vliegers mochten geen oriëntatiepunten hebben om tijdens de nachten succesvolle bombardementsvluchten uit te kunnen voeren.
De Elburger vissers mochten op zee slechts een beperkte lichtvoering gebruiken. De scheepslantaarns moesten worden afgeschermd door een gegalvaniseerde kap met een klein horizontaal gleufje. Daardoor kon het licht niet vanuit de lucht worden waargenomen. De gebrekkige lichtvoering was voor de vissers een grote handicap. Het veroorzaakte diverse aanvaringen.
Deze afschermkap is tijdens de oorlogsjaren gebruikt door schipper Hendrik van de Wetering van de bons EB 67. Het is de enige afschermkap van de Elburger vloot die na de oorlog is bewaard gebleven.
Collectie Willem van Norel