Verzetsman Frits Kroese (1924-2020)

Frits Kroese werd op 8 mei 1924 geboren te Zwolle. Zijn vader was meelhandelaar. Dat was de reden dat er aan de deur bij de familie Kroese enkele bakkers brood kwamen bezorgen, want zijn ouders moesten alle bakkers te vriend houden om meel aan hen te kunnen blijven leveren. Met zijn ouders woonde Frits aanvankelijk in een woning aan het Van Nahuisplein. Hier werd in 1922 de oudste zus van Frits geboren. Zelf was Frits (Frederik Willem) het tweede kind in het gezin Kroese. In respectievelijk 1927 en 1929 werden er nog twee broers geboren. Toen zijn moeder in verwachting was van Frits jongste zus (een nakomertje) is de familie Kroese verhuisd naar een statig herenhuis aan de Potgietersingel. Frits Kroese zat in zijn jonge jaren op de Marnix van Sint Aldegonde school. Dat was een christelijke lagere school. Daarna volgde hij onderwijs aan het Christelijk Lyceum aan de Veerallee in Zwolle.

Onderduikadres in de Wilhelminastraat
Toen de oorlog op 10 mei 1940 uitbrak was Frits net zestien jaar oud. Na de capitulatie leek het leven weer zijn gewone gang te vervolgen. Voor Frits werd zijn leven in 1943 totaal anders. Op een vrijdag kreeg de 19-jarige Frits bericht dat hij zich dinsdags diende te melden voor de Arbeitseinsatz. Hij moest gaan werken in Duitsland. Daar voelde Frits niets voor. Zonder zijn ouders hier iets over in te lichten, dook Frits onder bij een vriend in Zwolle. Dat was Ferdie Dieperink. Hij woonde met zijn  ouders in de Wilhelminastraat 2, een zijstraat van de Veerallee. Het huis stond dicht in de buurt van het Christelijk Lyceum, de school waar op dat moment ongeveer tweehonderd Duitsers ingekwartierd waren. Overigens wisten de ouders van Frits Kroese niet waar hij was ondergedoken. Vanwege deze geheime plek konden de ouders van Frits niet in verlegenheid worden gebracht. De vader van Ferdie was directeur van het postkantoor in Zwolle. Ferdie studeerde aan de Kweekschool en was daarom vrijgesteld voor tewerkstelling in Duitsland. Frits voelde zich op zijn onderduikadres tamelijk nutteloos. Hij bracht de dag onder andere door met aardappelen schillen en andere kleine klusjes.

Verzetsgroep Old Putten
Op zijn onderduikadres aan de Wilhelminastraat werden door verzetsman Henk Baud (schuilnaam Henk Doornspijk) met regelmaat 200 tot 300 exemplaren gebracht van het illegale krantje De Nieuwsbode. Toen Henk Baud Frits vroeg of hij er voor voelde om verzetsactiviteiten te gaan verrichten, was Frits direct daartoe bereid. Zo kreeg hij de kans om zich nuttig te maken. Henk Baud nam Frits mee naar Oostendorp, de thuisbasis van de verzetsgroep Old Putten. Dit was een knokploeg die onderdeel was van de Landelijke Knokploeg (LKP). Leider van deze groep was Hendrik Maximiliaan (Henk) Baud. Andere leden van deze verzetsgroep waren Eduard van Dishoeck, Han Rambonnet, Niek Rambonnet, Kitta van Dedem, Jan van Delden, de gebroeders Simon en Wim van Eijk van Heslinga, Berti Top, de gebroeders Jan, Eibert, Jacob en Henk Scholten, Henk Docter en Hennie van Leeuwen.

Verblijfplaatsen
De gebroeders Rambonnet, Henk Baud, Kitta van Dedem en Eduard van Dishoeck (van de bekende Leidse uitgeverij) sliepen in huize Old Putten. De rest van de groep sliep elders. Kitta van Dedem was de vriendin van Henk Baud. Zij was de enige vrouw die deel uitmaakte van de groep Old Putten. Frits Kroese sliep aan de overkant van de Zuiderzeestraatweg, in het huis (met rieten kap) van mevrouw Thierens (Zuiderzeestraatweg Oost 46). Daar zat ook notaris Onnen uit Utrecht ondergedoken. Hij had in zijn tuin een aantal joden laten onderduiken. Toen die verraden werden, moest hij vluchten. Vervolgens heeft Frits Kroese nog een tijdje onderdak gehad bij het echtpaar Sikke en Mien de Jong aan de Bas Backerlaan 3. Dat was de woning naast de Elburger verzetsman Piet Vercouteren. Die woonde op nummer 2. Maar tijdens de oorlog wist Frits niet dat Vercouteren de verzetsgroep in de vesting Elburg leidde. Het was tijdens de oorlog zaak om vanwege de veiligheid zo min mogelijk van elkaar te weten. Later kwamen Frits Kroese en Piet Vercouteren elkaar vrijwel ieder jaar op 13 april tegen bij de herdenking van de slachtoffers in Heerde. De groep Old Putten leek tamelijk elitair (veelal jongens met een HBS- of gymnasiumopleiding) en met een redelijk hoog gehalte aan blauw bloed.

   
Andere verzetsgroepen
De verzetsgroep Old Putten had weinig contacten met andere verzetsgroepen. Hoe minder men van elkaar wist, hoe beter. Mocht men gepakt of verraden worden was het een voordeel dat men van elkaar zo min mogelijk wist. In Hattem/Hattemmerbroek zat de groep Molecaten, met baron Van Heeckeren als coördinator. In Doornspijk was de groep Klarenbeek actief. Tijdens de oorlog was het zaak om vooral niet op te vallen en zo min mogelijk van elkaar te weten. Dat vergrootte de kans op overleven. De kringleiders van het verzet kwamen regelmatig bijeen in de Zuiderkerk te Zwolle. Piet Vercouteren ging vanuit de verzetsgroep Elburg naar deze bijeenkomsten.

Activiteiten
De groep Old Putten vergaderde met enige regelmaat. Diverse keren kwamen de leden van de groep samen in het huis van Henk Baud op landgoed De Haere. De verzetsgroep hield zich met name bezig met het opblazen van treinen (op het traject Zwolle-Amersfoort), het doen onderduiken van Joden, het onderbrengen van geallieerde vliegtuigbemanningen, het in beslag nemen van parachutes en de vliegtuigbemanning voorzien van burgerkleding, het verzorgen van bonkaarten, het afgeven van nieuwe persoonsbewijzen, het controleren van wegen en het coördineren van wapendroppings. Ook was de groep Old Putten betrokken bij het zenden van geheime berichten naar Engeland. Daarnaast was de verzetsgroep actief betrokken bij de inlichtingen- en koeriersdienst Rolls Royce. Op het landgoed Old Putten was zelfs een ondergrondse schietbaan aangelegd, waar de leden van de LKP hun schietoefeningen hielden. Het geheel was afgedicht met zandzakken om het geluid van de pistoolschoten te kunnen dempen.

Taak
Frits Kroese was tijdens zijn verzetswerk als chef ordonnans belast met communicatie en logistiek. Hij stuurde onder andere dertien koeriersters aan, in leeftijd variërend van 17 tot 25 jaar. Zij moesten onder andere berichten tussen de afdelingen van de ondergrondse heen en weer brengen. De groep koeriersters maakte deel uit van de landelijke Rolls-Roys lijn. Via Radio Oranje (op de BBC) kwamen de berichten over bijvoorbeeld wapendroppings door. Alles ging via geheime codetaal. Zo kwam bijvoorbeeld het bericht: De appelmoes wordt heet gegeten. Dit betekende dat er in de avonduren een wapendropping kwam in de buurt van Nunspeet. Heel pijnlijk was het als er een container met wapens in verkeerde handen kwam.

Risico
Op een keer moest Frits Kroese wapens brengen naar baron Walraven van Heeckeren van Molecaten op het landgoed Molecaten. De korte route ging over de Zuiderzeestraatweg, de langere route bestond uit achteraf weggetjes waar het doorgaans veiliger was. Toch koos Kroese er uiteindelijk voor om te fietsen via de Rijksstraatweg met een met wapens gevulde fietstas. Dit risico liep gelukkig goed af. Op de terugweg fietste hij met een lege tas tussen alle voedseltrekkers die hun tassen wel gevuld hadden met voedsel. Dat viel dusdanig op, waarop Frits Kroese Walraven van Heeckeren van Molecaten om zes of acht bakkeien voor de lege fietstassen vroeg voor latere tochten. Eén keer werd in de buurt van Wezep de fiets van Frits Kroese door de Duitsers afgenomen. Kroese kwam een uur na Spertijd in Oostendorp aan. Er was door de groep inmiddels alarm geslagen, maar het viel uiteindelijk mee.

Vorderen van fietsen
Henk Baud en Frits Kroese organiseerden ook het vorderen van fietsen. Bij zwarthandelaren of foute personen werden fietsen met goede banden in beslag genomen. Het ging er vooral om goede fietsbanden voor de koeriersters te verkrijgen. Henk Baud droeg daarbij een Duits uniform en Frits Kroese gebruikte hierbij een uniform van de marechaussee. Deze acties lukten vrijwel altijd.

Duivelse dilemma’s
De verzetsgroep Old Putten had als belangrijk doel de organisatiestructuur van de Duitsers te ontregelen. Een middel daarbij was het opblazen van spoorlijnen waarop treinen reden met Duits oorlogsmateriaal. Na het opblazen van de spoorlijn Zwolle-Amersfoort dreigden de Duitsers alle bewoners van het dichtstbijzijnde huis dood te schieten. Twee dagen vergaderde de groep soms over dit duivelse dilemma. Stoppen was echter geen optie, anders was het verzetswerk zinloos geweest. Een tweede aanslag werd vervolgens op een plek gepleegd waar in de buurt twee tachtigjarigen woonden. Zij werden door de Duitsers gepakt. Een gezin dat verderop woonde, bestaande uit ouders van in de veertig en enkele jonge kinderen werd daardoor gespaard. Dit soort keuzes moesten in tijd van oorlog door de verzetsgroep gemaakt worden. Maar het was voor de verzetsgroep een zeer moeilijke beslissing om twee oude mensen op te offeren voor het ontsporen van een Duitse trein met munitie en tanks. De groep stopte na enkele keren met het opblazen van spoorlijnen. Het herstel van de spoorlijn was een kwestie van eerst twee dagen, later een dag en nog weer later een halve dag. Het bleek dat de Duitsers bij het herstel van de spoorlijnen steeds handiger werden. De represailles waren vaak heftig, waardoor op den duur de consequenties te ernstig opwogen tegen de resultaten.

Vervalst persoonsbewijs
Frits Kroese beschikte tijdens de oorlog over een vervalst persoonsbewijs. In dat persoonsbewijs stond de naam Frederik Willem Kruizinga, landbouwdeskundige. De initialen F. W. K. kwamen overeen met zijn eigen naam. In die tijd waren in vrijwel alle kleren de initialen van je naam genaaid, aangezien de kleding vaak in wasserijen werd gewassen. Vandaar deze schuilnaam.


Ortskommandant Lehmann
In Elburg zat Ortskommandant Erich Lehmann. Toen hij eens drie mannen nodig had, kreeg hij ze uiteindelijk. Ook hier ging een keuze aan vooraf. Het alternatief was dat er mogelijk een groep van de Gestapo (de geheime Duitse politie) uit Ermelo zou komen. Lehmann kreeg zo nu en dan een paar kistjes appels. Daarmee werd hij gepaaid. Frits Kroese heeft later wel eens de behoefte gevoeld een positieve verklaring voor Lehmann af te geven. Niet duidelijk is of Lehmann na de oorlog is berecht. Vast staat dat relatief Elburg weinig last van hem heeft gehad.

Vervoer van piloten
Als er bericht kwam dat er een geallieerd vliegtuig was neergeschoten werd eerst gecontroleerd of de boer op wiens land het toestel was neergekomen wel te vertrouwen was en of men de Duitsers voor kon zijn. Als dat zo was werden de parachutes verborgen en werden de piloten van burgerkleren voorzien. Vervolgens werden deze piloten naar een onderduikadres gebracht. Wanneer er ongeveer dertig tot veertig piloten waren, werden ze weer achter de geallieerde linies gebracht. Dat ging vaak gepaard met veel creativiteit. Piloten werden zelfs onder een kar met voederbieten verstopt. Twee keer is Frits Kroese in het najaar van 1944 (na de Slag om Arnhem) actief geweest met het wegbrengen van geallieerde piloten naar Stroe. Vandaar nam een andere groep de coördinatie van het vervoer van de strijders over om ze uiteindelijk te pogen ze de rivier over te zetten (Operatie Pegasus II).

Inval in huize Old Putten
Op 13 februari 1945 deden de Duitsers een inval op huize Old Putten. Mevrouw Rambonnet werd gevangen gezet in Kamp Westerbork. De werknemers Jaap Zwep en Gerard van Putten werden afgevoerd naar een Duits concentratiekamp. Jaap Zwep wist dit kamp te overleven, Gerard van Putten kwam daar om het leven. Klokken en schilderijen werden door de Duitsers uit het huis geroofd. De afspraak was dat bij gevaar een stok met een witte servet achter het keukenraam stond. En bij gevaar was verder afgesproken dat op ongeveer 250 meter zowel in de richting van Nunspeet als in de richting van Zwolle een flesje rode inkt op het fietspad was stuk gegooid. Honderden keren was er niets aan de hand. Bij de razzia op 13 februari had een koerierster dit niet opgemerkt. Ze werd gearresteerd en afgevoerd.

Terugblik
Kort na de bevrijding werd Frits Kroese ingezet bij de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS). Nog aanwezige Duitse soldaten en foute Nederlanders moesten worden opgespoord en wegen moesten worden gecontroleerd. Een aantal jongens van de verzetsgroep Old Putten heeft zich na de oorlog als vrijwilliger gemeld voor Nederlands-Indië. Frits Kroese werd echter afgekeurd, omdat hij pleuritis bleek te hebben. Ver na de oorlog kreeg Frits Kroese voor al zijn inspanningen tijdens de bezettingsjaren het Verzetsherdenkingskruis, een zeer eervolle Koninklijke onderscheiding. Frits Kroese heeft tijdens zijn leven heel veel meegemaakt. Een aantal jaren geleden brak hij zijn nek. Er volgde een ziekenhuisopname van vijf maanden. Maar ook dat heeft hij overleefd. Zelf vindt Frits Kroese dat hij een fantastisch leven heeft gehad. Zijn missie op zeer hoge leeftijd is nog altijd om het verhaal over de oorlog te delen met jongeren. Zij moeten weten wat er is gebeurd en welke prijs er is betaald voor het bevechten van de vrijheid.

   
Herdenking in Heerde
Frits Kroese is vele jaren bij de herdenking van de twaalf slachtoffers in Heerde aanwezig geweest. In de vroege ochtend van 13 april werd, bij een poging de Klementbrug te bewaken, ook Frits vriend Niek Rambonnet gefusilleerd. Die gebeurtenis vormde een inktzwarte bladzijde voor de verzetsgroep Old Putten.

Kranslegging op De Dam
Op 4 mei 2017 mocht Frits Kroese namens de Stichting Samenwerkend Verzet de krans leggen bij het Nationaal Monument op De Dam. Dat gebeurde direct na de kranslegging door Koning Willem Alexander en Koningin Máxima. Via een voice-over vertelde dochter Mariëtte in het kort over het verzetsverleden van haar hoogbejaarde vader. Ook in 2012 (namens de Nederlandse Vereniging van Pilotenhelpers uit de Tweede Wereldoorlog The Escape) en in 2015 (namens de Stichting Samenwerkend Verzet) viel Frits Kroese de eer toe om de krans te leggen op De Dam. Steeds duidelijker werd dat de groep van verzetsmensen per jaar sterk uitdunde. In 2016 werd de landelijke groep van oud-verzetsmensen opgeheven.

Naschrift
Frits Kroese stierf op 26 november 2020 in zijn woning in Naarden. Hij bereikte de hoge leeftijd van 96 jaar.