Netty Sluys

Netty Sluys werd geboren op 23 mei 1907 te Amsterdam. Haar ouders waren David Sluys en Anna Sluys-Gans. Het gezin Sluys bestond uit vijf kinderen. Er waren twee oudere halfbroers en drie meisjes: Sara (1905), Netty (1907) en Elsje (1910). De halfbroers Eli en Levie Sluys werden vergast in Auschwitz. En ook met zus Elsje liep het verkeerd af. Zij werd met haar man en kinderen vermoord in het vernietigingskamp Sobibor.

Onderduik
Sara en Netty wisten op tijd onder te duiken. Sara trouwde met Maurits Jacobs. Uit dit huwelijk werden drie dochters geboren: Carla (1929), Enny (1931) en Henriëtte (1942). Sara Jacobs-Sluys heeft tijdens de oorlog haar ongetrouwde zus Netty opgenomen in haar gezin. Nadat Maurits Jacobs werk kreeg bij de AJC (Arbeiders Jeugd Centrale) op de Paasheuvel te Vierhouten, verhuisde het gezin Jacobs in 1939 naar Vierhouten. Nog tijdens de oorlog kwam de familie Jacobs-Sluys terecht in Nunspeet. In die periode werd Maurits Jacobs in Vierhouten opgepakt. Sara Jacobs, haar kinderen en haar zuster Netty besloten daarop terug te keren naar Amsterdam om na te gaan of er nog familie zou zijn. Het was inmiddels 1943 en voor Joden heel gevaarlijk om in Amsterdam te zijn. De razzia’s volgden elkaar snel op en de familie Jacobs-Sluys moest zich iedere keer verbergen voor de vijand.

           
Vierhouten en Elburg
Terug op de Veluwe kwam de familie Jacobs terecht in het Verscholen Dorp in de bossen bij Vierhouten. Het verblijf daar duurde ongeveer een jaar. Toen er gevaar dreigde is de familie Jacobs-Sluys onmiddellijk uit Vierhouten vertrokken. Via het verzet kwamen ze terecht in Elburg. Sara Jacobs-Sluys kon onderduiken bij het echtpaar Zoet aan de Molenweg 11 te Elburg. Netty Sluys vond onderdak bij de familie Van Delden (hoofd van het Van Kinsbergen Instituut) aan de Van Kinsbergenstraat 2 te Elburg.

Naoorlogse jaren
Na de oorlog kreeg de familie Jacobs officieel bericht van het overlijden van Maurits Jacobs. Sara Jacobs-Sluys (1905-1992) ging met haar drie dochters wonen in Nunspeet. Aanvankelijk woonde het  gezin Jacobs ongeveer drie jaar in een noodwoning, daarna in een huis aan de Schoolweg 32. De drie dochters hadden de oorlog overleefd op verschillende onderduikadressen. Carla’s laatste adres was bij de familie Spaan op ’t Harde (Oostloo 10), waar vader Eibert en zoon Willem Spaan tijdens de oorlog waren opgepakt. Enny’s laatste adres was bij de familie Boeve in Oldebroek. Netty Sluys keerde na de oorlog terug naar Amsterdam. Ze bereikte de hoge leeftijd van 99 jaar en tien maanden. Netty Sluys stierf op 7 maart 2007.