Joodse onderduikers in Elburg
Onderduik
Tijdens de oorlogsjaren doken volgens schattingen tussen de 300.000 en 400.000 mensen onder. In het begin van de bezettingstijd weigerden veel studenten de zogeheten loyaliteitsverklaring te ondertekenen. In deze verklaring moesten de studenten beloven geen verzet te plegen tegen de Duitsers. Werd deze verklaring niet ondertekend, dan moesten ze gedwongen in Duitsland gaan werken. Veel studenten doken vervolgens onder.
Na de april-mei stakingen in 1943 liep het aantal onderduikers fors op. Naarmate de oorlog langer duurde, verloor het Duitse leger steeds meer manschappen. Als gevolg hiervan werden vele duizenden Duitse mannen opgeroepen om dienst te nemen in het leger. De plekken die ze achter lieten moesten echter opgevuld worden. Daartoe riepen de Duitsers Nederlandse mannen tussen de 17 en 35 jaar via de Arbeitseinsatz op om zich te melden. Deze mannen werden vervolgens gedwongen naar Duitsland gestuurd om te gaan werken in de Duitse oorlogsindustrie. Velen voelden er niets voor om oor de vijand te gaan werken en doken daarom onder. Maar niet iedereen durfde onder te duiken. In totaal werkten ruim 400.000 Nederlandse mannen in de oorlogsperiode als dwangarbeider in Duitsland. Kort na de Spoorwegstaking, eind september 1944, telde Nederland ruim 350.000 onderduikers. Dat was binnen het bezette deel van Europa een recordpercentage.
Joodse onderduikers
Voor Joodse onderduikers was het vaak lastig om een onderduikadres te vinden. Het was erg gevaarlijk voor de onderduikgevers, maar ook voor de Joden zelf. Bij ontdekking of verraad wachtte vaak een zware straf. Er werd zelfs speciaal op Joodse onderduikers gejaagd waarbij tegen betaling van premies (zogenaamd kopgeld) werd gewerkt. Van de ruim 140.000 Joden doken er ongeveer 28.000 tijdens de bezetting onder. Begin juli 1942 kreeg de eerste grote groep Joden de oproep om zich voor werkverruiming in Duitsland te melden. Deze oproep vormde een markeringspunt. Na identificatie en isolatie volgde nu deportatie van de Joodse bevolkingsgroep in Nederland. In veel Joodse gezinnen werd de moeilijke afweging gemaakt om wel of niet onder te duiken. Voor velen was de naar de illegaliteit tegennatuurlijk. Ook het risico om gescheiden worden van familieleden speelde een rol om niet onder te duiken. Daarnaast kon de afhankelijkheid van vaak onbekende mensen een probleem zijn evenals praktische bezwaren. En over vernietigingskampen waar mensen werden vergast, was zeker in de beginfase van de deportaties nauwelijks iets bekend.
Omstandigheden
Niet alle onderduikadressen waren even aangenaam. Op een aantal onderduikadressen was te weinig voedsel en waren de leefomstandigheden beperkt en onaangenaam. Op veel onderduikplekken voortdurend gevaar om verraden te worden. Dat leidde vaak tot angstige situaties waarbij de onderduikers snel naar een ander adres moesten worden gebracht. Veel Joodse kinderen werden tijdens de onderduiktijd gescheiden van hun ouders. Op onderduikadressen leidde dat soms tot grote problemen. Eenzaamheid, heimwee en angst waren gevoelens waar veel Joodse kinderen mee te maken kregen. Van de 28.000 Joodse onderduikers werden er alsnog (vaak door verraad) ruim 12.000 gearresteerd en uiteindelijk gedeporteerd.
Joodse onderduikers in Elburg
Gedurende de Tweede Wereldoorlog zaten in de binnenstad van Elburg diverse Joodse mensen ondergedoken. Een groot aantal van hen waren kinderen, die onderdak vonden bij diverse Elburger gezinnen. Vaak waren leden van de verzetsgroep van Piet Vercouteren actief in het vinden van een geschikt onderduikadres. Naast kinderen kon in Elburg tijdens de oorlog ook een aantal volwassen Joodse mensen onderduiken. Sommigen verbleven slechts korte tijd in Elburg, een aantal vond langere tijd een onderkomen bij Elburger families. Na de Slag om Arnhem (17 september 1944) kwam een groot aantal evacués vanuit Arnhem naar Elburg. Ook onder hen waren enkele Joodse families. Vanuit het onderduikerskamp uit Vierhouten kwamen eind oktober 1944 uiteindelijk dertien onderduikers in Elburg terecht. Dat waren Leendert Rimini, Esther Rimini-Blog, Netty Sluys, Suze Jacobs-Sluys, Leni Duijzend, Herman Löwenberg, Isaac de Boer, Annie de Boer-Sarfatie, Jettie de Boer, Jetje Härtz, Betje Härz, Wilhelmina Meijers-de Kadt en Suzelien Meijers.