Wim Smit

Het was op een donkere avond, op 22 maart 1943, dat Wim Smit (schoenmaker) en zijn vriend Jaap Hup (slager) besloten om op de noordelijke wal (tegenover wasserij Het Vertrouwen) te gaan kijken naar overvliegende geallieerde bommenwerpers, die in noordelijke richting vlogen. Nabij de Mheenpoort werden ze geheel onverwachts aangehouden door twee leden van de Sicherheitsdienst. Ze vroegen onmiddellijk om de persoonsbewijzen van de beide Elburger vrienden. Al gauw ontdekten de Duitse politiemensen dat Wim Smit over een vervalst persoonsbewijs beschikte. Om te ontkomen aan de Arbeitseinsatz in Duitsland was het geboortejaar veranderd. Nog diezelfde avond werd Wim Smit met een overvalwagen naar een pand aan de Utrechtsestraat in Arnhem gebracht en in een cel gegooid. De volgende morgen (op zijn 21e verjaardag!) werd Wim Smit ondervraagd. Men wilde weten wie het persoonsbewijs had vervalst. Wim hield zich van de domme en kon geen afdoende verklaring geven. De volgende dag werd Wim overgebracht naar de zogeheten Koepelgevangenis in Arnhem. Daar werd hij samen met dokter Coole in een eenmanscel opgesloten.

   
Kamp Amersfoort
Na een paar weken werd Wim Smit overgeplaatst naar Kamp Amersfoort. Daar was het leven niet best. Op de eerste dag moest Wim op appèl staan in zogenaamde Rozentuin. Wim kreeg een jasje waar achterop een oranje cirkel stond, het teken van politieke gevangenen. Na ongeveer vier weken werd Wim Smit op transport gesteld naar Duitsland. De gevangenen waren geselecteerd op hun beroep. Er was behoefte aan vakmensen zoals smeden, kleermakers, schoenmakers en bankwerkers. De reis werd afgelegd in een treincoupé met houten banken. Na het passeren van de grens reisde de trein door naar Bentheim en Berlijn om vervolgens in Stettin aan de Oostzee te stoppen. Vandaar ging de reis na een paar dagen verder naar Kolberg. Uiteindelijk kwam Wim Smit terecht in Roman, een dorpje in de omgeving van Kolberg. Daar werd hij te werk gesteld als schoenmaker. Het eten was slecht: weinig brood en waterige soep. Wim moest hard werken bij schoenmaker Paul Röhl. Deze man had in Frankrijk aan het front gevochten, maar was afgekeurd. Wim sliep ’s nachts bij een caféhouder op een zolder. Zo bracht Wim Smit bijna twee jaar in Roman door.

Marianne Malinowska
In Roman leerde Wim ook zijn latere vrouw Marianne Malinowska (1919) kennen. Marianne was geboren en opgegroeid in het dorpje Gustorzyn bij Wloclawek aan de Wisla in Midden-Polen. In de eerste jaren van de oorlog werkte ze als naaister op een landgoed voor een Duits adellijk echtpaar. De baron en zijn vrouw waren in 1940 op het landgoed in Gustorzyn komen wonen. Toen de baron in 1942 plotseling overleed, besloot de barones met haar gouvernante te vertrekken naar Berlijn. Het landgoed bleef vanaf dat moment onbeheerd achter. Marianne Malinowska besloot vervolgens onder te duiken bij haar grootouders om daarmee te ontkomen aan tewerkstelling in Duitsland. Na ongeveer een half jaar werd ze opgepakt en alsnog naar Duitsland getransporteerd als Poolse dwangarbeidster. Marianne was op dat moment 22 jaar oud. Zo kwam ze uiteindelijk in roman terecht. Daar werkte ze bij een kleine boer. Het was hard werken, zelfs op zondag. Omdat Marianne erg handig was in het herstellen van kleding deed ze ook wel eens een klusje voor andere tewerkgestelden. Zo kwam ze in contact met een Hollandse jongeman, Wim Smit. Marianne en Wim kregen na verloop van tijd verkering.

Bevrijding
Op 4 maart 1945 werden Wim en Marianne bevrijd door de Russen. Voor Marianne was het onveilig omdat het gedrag van de Russen ten aanzien van vrouwen vaak beestachtig was. Veel Poolse dwangarbeiders probeerden in het voorjaar van 1945 tussen het front door naar het oosten te trekken. Wim besloot met zijn Poolse vriendin mee te gaan richting Wloclawek. Na ongeveer 200 kilometer dwongen de Russen hen in een dorp te blijven. Ze moesten daar verwaarloosde dieren verzorgen en in de nacht wacht lopen. Er zwierven in de bossen namelijk nog Duitse militairen rond. Op een nacht kwamen vier Duitse officieren uit de bosrand in het dorp. Ze werden aangehouden door een Poolse soldaat en overgedragen aan de Russen. Een halfdronken Russische kapitein schoot de vier Duitsers ter plekke dood. Voor Wim Smit was het een moeilijke tijd. Hij sprak geen Pools en geen Russisch, maar wel een beetje Duits. Al snel werd Wim voor een Duitser aangezien, wat zeer gevaarlijk was. Uiteindelijk bereikten ze het geboortedorp van Marianne. Daar werden ze met open armen ontvangen.

Na de bevrijding
Op 25 december 1945 zijn Wim Smit en Marianne Malinowska getrouwd. Door haar huwelijk kreeg Marianne de Nederlandse nationaliteit. Na een tijdje wilde Wim terug naar Nederland. Na veel inspanning lukte het door bemiddeling van het Zweedse en het Nederlandse Rode Kruis toestemming te krijgen om Polen via Zweden te verlaten. Met een vrachtauto bereikten Wim en Marianne Warschau. Daarna volgde een lange reis naar Gdynia bij Gdansk. Daar lag het Zweedse passagiersschip Helsingborg klaar. Met dit schip reisden ze naar Zweden, waar ze nog ongeveer vier weken verbleven voor onderzoek en revalidatie. De Zweden waren hartelijk voor de bevrijde gevangenen en het eten was heel goed.

Eindelijk konden Wim en Marianne naar Nederland vertrekken. In Rotterdam aangekomen waren er geen comité van ontvangst of blijde familieleden. Integendeel, de kade was afgezet en er kwam militaire politie aan boord. Rondom het schip voeren politieboten. Tussen de passagiers bleken zich Hollandse SS-ers te bevinden. Die moesten er eerst tussenuit worden gehaald. Pas toen dit achter de rug was, mochten Wim en Marianne van boord. Ze kregen een treinkaartje tot Amersfoort. Daar was een paar jaar eerder de reis naar Duitsland begonnen!

Terugkeer in Elburg
De trein bracht hen naar Nunspeet. Het was zaterdagmorgen 20 april 1946 (vlak voor Pasen) dat Wim en zijn vrouw op de Vischmarkt in Elburg uit de bus stapten. De ontvangst in Elburg was bijzonder. De Elburgers waren verbaasd om Wim Smit na ruim drie jaar weer terug te zien. Moeder Smit rende die zaterdagmorgen in de Smedestraat op kousenvoeten haar zoon tegemoet om hem te omhelzen. Mooiere Paasdagen waren niet denkbaar. Kort na aankomst arriveerde een brief uit Polen waarin de thuiskomst van Wim en zijn vrouw werd aangekondigd. De brief was lang onderweg geweest. Wim nam de brief zelf aan van de postbode.

Levensloop
Wim Smit ging vanaf 1946 weer in de schoenenreparatiewerkplaats van zijn vader werken. Wim Smit en Marianne Malinowska kregen twee kinderen: Hennie en Bert. Na de oorlog kostte het Wim veel moeite om over zijn oorlogsjaren te spreken. Na alles wat hij had meegemaakt, zweeg hij er liever over. Voor de oudheidkundige vereniging Arent thoe Boecop maakte hij echter een uitzondering. Op 7 december 1994 vertelde Wim Smit in de voormalige synagoge voor het eerst in het openbaar over zijn oorlogservaringen. Het kostte hem zichtbaar moeite… Wim Smit stierf op 25 mei 2002 op de leeftijd van 80 jaar. Zijn vrouw Marianne Malinowska overleed op 11 februari 2012. Zij bereikte de leeftijd van 92 jaar.