Leo Spek

Op vrijdag 8 december 1944 verliet Leo Spek zijn woning aan de Bloemstraat om hout te sprokkelen op landgoed De Haere. Met name in de laatste oorlogswinter was er een enorm tekort aan brandstof. Op De Haere werd Leo Spek die dag volkomen onverwacht opgepakt. Duitse soldaten waren op zoek naar Engelse piloten. Leo Spek schrok van hun aanwezigheid zette het op een lopen waarna de Duitse soldaten hem achtervolgden en arresteerden. Ook Barend Bosman uit Elburg werd opgepakt. Leo Spek en Barend Bosman werden afgevoerd naar de Koning Willem III kazerne te Apeldoorn. Nadat zijn vader, Roelof Bosman, op de hoogte was gebracht van de arrestatie van zijn zoon, is hij gaan onderhandelen met de Duitsers. Voor een half varken heeft hij zijn zoon korte tijd later weten vrij te krijgen.

       
Een jongeman, die ooggetuige was geweest van de razzia, bracht de familie Spek in Elburg op de hoogte van het feit dat Leo was opgepakt en met een overvalwagen was afgevoerd. Op 15 december 1944 arriveerde Leo Spek in Kamp Amersfoort. Hij werd geregistreerd onder het kampnummer 9582 en zat gevangen in Block X. In Kamp Amersfoort verbleef Leo Spek tot 2 februari 1945. Op zijn registratiekaart staat duidelijk vermeld wat de houding en overtuiging van Leo Spek was: Deutschfeindliches Benehmen (Duits-vijandig gedrag). Eind 1944 schreef Leo Spek onder censuur met potlood vanuit het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort een kort (gecensureerd) briefje naar zijn vrouw en kinderen in Elburg:

Lieve vrouw en kinderen, hoe gaat het met jullie, met mij gaat het best. Passen de kinderen goed op, Jannie, Alie, Lena en Herman. Het eten is hier goed, kleding hebben we hier meer dan voldoende. Ik heb nog wel eens trek in een sigaret, dat mis je dan zoo. Nu wij moeten het beste maar hopen, en tot weerziens. Ontvang van mij de hartelijke groeten van je liefhebbende man en vader en kust de kinderen van mij allen. Daag.

Dit briefje bleek later het laatste teken van leven dat de familie Spek van Leo heeft ontvangen. Daarna bleef het stil. Na de oorlog leefde de familie Spek-Hulst in grote onzekerheid. Pas op 27 augustus 1951 werd door het Rode Kruis de dood van Leo Spek officieel bevestigd. Leo Spek was op 9 maart 1945 bij een bombardement van de geallieerden in de omgeving van Bad Sassendorf om het leven gekomen.

Soest
Op 2 februari 1945 werd Leo Spek op transport gesteld naar het concentratiekamp Neuengamme. Daar verbleef hij bijna twee weken. Zijn kampnummer was 70775. In de omgeving Soest (Sauerland) was een buitencommando van het kamp Neuengamme gevestigd. Op deze plek zat een mobiele brigade van gevangenen, die schade aan spoorlijnen moest herstellen. Deze groep werd ook wel het Eisenbahn-commando genoemd. Op 12 februari 1945 werden 504 gevangenen afkomstig uit 14 Europese landen vanuit Neuengamme naar Soest overgebracht. Onder hen bevonden zich ongeveer 55 Nederlandse gevangenen, waaronder ook Leo Spek.

Terwijl de mannen van het Eisenbahn-commando op 28 februari 1945 bezig waren met herstelwerkzaamheden aan de deels vernielde spoorlijn tussen Soest en Bad Sassendorf, werden ze door geallieerde vliegtuigen gebombardeerd. Leo Spek werd zwaar gewond naar een noodziekenhuis gebracht. Medische hulp mocht helaas niet meer baten. Leo Spek stierf op 9 maart 1945 aan zijn zware verwondingen. Zijn lichaam werd, samen met 94 andere slachtoffers, begraven in een massagraf op de begraafplaats van Bad Sassendorf. Toen de geallieerden oprukten, dreven SS-ers 350 overgebleven gevangenen op 4 april 1945 naar Höxter. Aan deze lijdensweg kwam een einde in het concentratiekamp Ebensee in Oostenrijk. Daar werden de overgebleven gevangenen op 6 mei 1945 uiteindelijk bevrijd door de Amerikanen.

   
Bad Sassendorf
De familie Spek-Hulst leefde na de oorlog lange tijd in onzekerheid over het lot van Leo Spek. Op 21 juni 1945 plaatste de familie Spek een advertentie in het dagblad Trouw met een oproep om inlichtingen te geven over Leonard Spek. In de advertentie gaf de familie aan dat Leonard op het moment van vertrek vanuit Amersfoort naar Neuengamme een ontsteking aan één van zijn ogen zou hebben. Vanuit Neuengamme zou hij vermoedelijk als loodgieter te werk gesteld zijn in de buurt van Hannover. De hoop op terugkomst werd na de bevrijding steeds minder. Pas op 25 oktober 1951 werd via het ministerie van Justitie het overlijden van Leo Spek in een akte officieel vastgesteld. Na een lange zoektocht lukte het zoon Herman Spek pas in 1986 het massagraf in Bad Sassendorf te ontdekken. Samen met zijn oude moeder en zijn zusters bezocht Herman Spek in de daarop volgende jaren het massagraf.

In het jaar 2004 heeft het gemeentebestuur van Bad Sassendorf voor alle 95 slachtoffers een liggende steen (zonder namen) geplaatst. Op basis van gegevens van de Oorlogsgravenstichting is vastgesteld dat in het massagraf zeven Nederlanders liggen begraven. Op vrijdag 13 april 2007 werd in aanwezigheid van nabestaanden een gedenksteen onthuld waarop de namen van de zeven uit Nederland afkomstige slachtoffers staan vermeld. Hun namen zijn: G.A. Bos (Rotterdam), C.A.M. Grul (Nijmegen), G. Jansen (Putten), A. van Lierop (Heeze), A. Mijnsberge (Den Haag), L. Spek (Elburg) en J.C. Vente (Nieuwerkerk aan de IJssel). Op het grafmonument staat het opschrift: Hier ruhen 95 Bürger verschiedener Nationen, die in der schweren Zeit von 1940-1945 fern ihrer Heimat starben.

Leonard Spek
Leonard (Leo) Spek werd op 21 maart 1901 geboren in Elburg. Zijn ouders waren Jan Willem Spek en Jansje Docter. Leo Spek trouwde op 2 januari 1930 met Hendrika Johanna Hulst (1905-1994). Het echtpaar Spek kreeg vier kinderen: Jannie, Alie, Lena en Herman. Leo Spek was loodgieter en had een werkplaats bij zijn woning aan de Bloemstraat 15. Na de oorlog nam Herman Hulst het loodgieterswerk van zijn zwager Leo Spek over. De weduwe Spek-Hulst begon een winkeltje in huishoudelijke (emaille) artikelen.