Leni Duijzend (1928-2019)

Leni Duijzend werd op 20 maart 1928 geboren in Amsterdam. Haar geboortenaam was Lea, een vernoeming naar haar grootmoeder van moederskant, Lea Onderwijzer-Wagenaar. Leni’s ouders waren Abraham Duijzend (1893-1977) en Elisabeth Onderwijzer (1898-1978). Ze waren op 29 april 1924 in Amsterdam getrouwd. Elisabeth Onderwijzer was de dochter van opperrabbijn Abraham Samson Onderwijzer (1862-1934) en Lea Wagenaar (1870-1932). Abraham Duijzend was een zoon van Jacob Duijzend (1863-1928) en Estella Gomperts (1866-1943). Abraham kwam uit een niet-orthodox joods gezin, maar hield zich na zijn huwelijk omwille van zijn vrouw aan de Joodse wetten. Hij was koopman in lompen en had een pakhuis in Amsterdam-Noord, samen met zijn broer.

       
Johannes Verhulststraat
Het gezin Duijzend woonde vóór de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam Oud-Zuid, in de Johannes Verhulststraat 189, in de buurt van het Concertgebouw. Daar woonden zij naast schaakgrootmeester Max Euwe. Met de dochters van Euwe hadden Leni en haar zus Ella goede contacten. Leni bezocht in haar jonge jaren de Nicolaas Maasschool, een openbare lagere school. Op woensdagmiddag en zondagmorgen kreeg Leni les op een Joodse school waarop Joodse kinderen zaten die een openbare school bezochten. Daar kregen zij les in Hebreeuws, Joodse geschiedenis en het lezen van de Tora. Leni werd thuis niet streng orthodox opgevoed. Het gezin Duijzend at met Pesach wel matses, er was een koosjere huishouding en op vrijdagavond werd sjabbat ingeluid met een gezamenlijke maaltijd.

Ella Duijzend
Ella Duijzend was de oudste zus van Leni. Ze werd geboren op 4 mei 1925 en was vernoemd naar haar grootmoeder van vaderskant: Estella Gomperts (1866-1943). Ella Duijzend trouwde met een Fransman, Joël Rosencranz (1911-1975). Uit dit huwelijk werden in Parijs twee kinderen geboren: Robert David en Liliane. Ella Rosencranz-Duijzend stierf op 16 mei 2012 op 87-jarige leeftijd. Ze werd begraven in Maastricht.

Joods Lyceum
Leni was vanaf de zomer van 1941 leerling op het Joods Lyceum in Amsterdam. In de eerste klas was een van haar klasgenoten Anne Frank. Een andere klasgenote van Leni was Nanette Blitz (1929). Leni en Nanette zaten naast elkaar in de schoolbank. Leni kwam regelmatig bij Nanette thuis. Leni Duijzend zat een heel jaar bij Anne Frank in de klas. In de herinnering van Leni was het een hele gezellige klas. Anne maakte op Leni de indruk van een gezellige, leuke, spontane meid. Een beetje druk type misschien? In de strenge winter van 1941-1942 schaatsten Anne, Nanette en Leni enkele keren gezamenlijk op de Boerenwetering.

Verjaardag van Anne Frank
Op 12 juni 1942 vierde Anne Frank haar dertiende verjaardag. Ongeveer de halve klas was uitgenodigd bij de familie Frank aan het Merwedeplein. Leni Duijzend en Nanette Blitz waren ook uitgenodigd. De familie Frank stond bekend als zeer gastvrij. Op deze verjaardag kreeg Anne haar (later beroemde) dagboek. Leni en Nanette konden zich dat moment nog goed herinneren. Het dagboek lag op tafel. Op dit verjaardagsfeestje draaide Otto Frank met een projector een filmpje. Het heette Rin Tin Tin, met in de hoofdrol een Duitse herder.

   
Montessori Lyceum
Tijdens de zomer van 1942 besloot de familie Duijzend uit veiligheidsoverwegingen om Leni over te plaatsen naar het Montessori Lyceum. Het Joods Lyceum lag te dicht bij de Jodenbuurt. Het Montessori Lyceum lag meer in de periferie, in Amsterdam-Zuid, waar het wellicht veiliger was. Aan het eind van het schooljaar op het Joods Lyceum waren er van de oorspronkelijke dertig leerlingen nog maar zestien over. De een na de ander verdween door onderduik of vanwege razzia’s.

Onderduik
Toen oudste dochter Ella in 1942 een oproep kreeg om zich te melden voor de Arbeitseinsatz (gedwongen arbeid voor de Duitsers) besloot de familie Duijzend om Ella te laten onderduiken. Vanwege de toenemende dreiging besloot de rest van de familie in mei 1943 ook onder te duiken. Moeder Duijzend kwam in Utrecht terecht en vond later een onderduikadres in Scherpenzeel. Ze kon vanwege een vervalst persoonsbewijs en haar niet-Joodse uiterlijk tijdens de oorlogsjaren gewoon over straat lopen. Vader Abraham Duijzend was tijdens de oorlog ondergedoken in Zwolle. Hij zag er Joods uit en kon zich absoluut niet in het openbaar vertonen. Ella overleefde de oorlog op een adres in Amersfoort.

Oosterwolde
Leni kwam tijdens haar onderduiktijd via oud-Oldebroeker Jan Kanis vanuit Amersfoort eerst bij de familie Koers in Kamperveen (Hogeweg 9). Korte tijd later werd ze overgebracht naar de boerderij van Hendrik van de Streek op de hoek van de Winterdijk (Hof ter Eekterweg 12) in Oosterwolde. Toen de familie Van de Streek er nóg een Joods gezin bij kreeg, werd Leni ondergebracht bij de buren, de familie Van Dorp. Op 6 juli 1944 vond er in Oosterwolde een razzia plaats. Leni wist op tijd te ontkomen door het roggeveld in te vluchten. Daar verbleef ze twee dagen. De familie Heerdink (fietsenmaker aan de Winterdijk) bracht haar eten.

Vierhouten
Na die twee dagen bracht de Elburger Hennie van Leeuwen Leni met de bestelbus van wasserij Het Vertrouwen naar Nunspeet. In dezelfde auto zat ook de Joodse familie Meijers met twee kinderen. De bestemming was het onderduikerskamp in de bossen bij Vierhouten, maar onderweg kreeg de bestelauto pech. Met een personenauto werden Leni en de familie uiteindelijk afgezet op de Pas-Opweg, vlakbij de hutten van het onderduikerskamp.

   
Elburg
In oktober 1944 waren er aanwijzingen dat het onderduikerskamp in het bos niet meer veilig was. Leni werd met de zesjarige Joodse jongen Herman Löwenberg achterop twee fietsen naar Elburg gebracht. Leni kwam eerst bij slager Van der Heide aan de Nunspeterweg in het Rode Dorp. Maar mevrouw Van der Heide was hoogzwanger. Leni kwam op dit adres op het verkeerde moment. Na een korte periode bracht schilder en verzetsman Jaap Deetman Leni Duijzend (schuilnaam: Leni van Vliet) bij de familie Van Leijen aan de Beekstraat 19. Herman Löwenberg was daar op dat moment al een tijdje ondergebracht. Herman riep die eerste dagen voortdurend om Leni. Dat was het meisje waaraan Herman gehecht was doordat hij in hetzelfde bosperceel in Vierhouten had doorgebracht. Op 19 april 1945 werd Elburg bevrijd. Leni Duijzend en Herman Löwenberg konden weer vrij over straat. Uiteindelijk zou het hele gezin Duijzend de oorlog overleven. Na de oorlog werden Abraham en Elisabeth Duijzend herenigd met hun dochters Ella en Leni. Na de oorlog bleek dat een groot aantal familieleden van Leni Duijzend de oorlog niet had overleefd.

     
Grootmoeder

Grootmoeder Estella Duijzend-Gomperts (1866-1943) werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gedeporteerd naar Auschwitz. Toen haar (enige) dochter Frederika Goudstikker-Duijzend (1901-1944) en haar man Maurits Henri Goudstikker (1893-1944) opgepakt waren en op transport werden gesteld naar Auschwitz, ging Estella Duijzend-Gomperts vrijwillig mee. Estella werd op 17 september 1943 op 77-jarige leeftijd vergast in Auschwitz.

Elias Hijman Onderwijzer
Elias Hijman Onderwijzer (1894-1944) was een oom van Leni Duijzend. Hij werd geboren op 29 juni 1894 te Amsterdam. Hij trouwde op 4 oktober 1923 in Frankfurt am Main met Johanna Rehfeld (1891-1945). Elias Onderwijzer had in de Lekstraat 150 een boekhandel met voornamelijk godsdienstige boeken. Het gezin Onderwijzer bestond uit drie dochter: Clara (1927), Lea (1927) en Louise Jehudit (Loes) (1933). Clara overleefde in onderduik. Elias Onderwijzer, zijn vrouw en dochters Lea en Loes werden opgepakt en verbleven tussen 29 september 1943 en 11 januari 1944 in Kamp Westerbork, vanwaar zij naar Bergen-Belsen werden gedeporteerd. Daar stierf Elias Hijman Onderwijzer door uitputting op 21 december 1944. Zijn vrouw Johanna Onderwijzer-Rehfeld stierf op 19 februari 1945 aan de ontberingen in het kamp. Lea en Loes wisten Bergen-Belsen te overleven. Zij werden na een verschrikkelijke tocht in de omgeving van Tröbitz bevrijd.

Ver na de oorlog hebben de drie dochters in Bergen-Belsen een gedenksteen voor hun ouders op het voormalige kampterrein geplaatst. Op de steen staan de volgende woorden: Ter nagedachtenis aan onze ouders Elias Hijman en Johanna geb, Rehfeld Onderwijzer omgebracht in dit gruwelijke oord. Een herinnering aan dit gruwelijke oord. Een herinnering voor altijd aan hun zielen.

   
Medicus
Na de oorlog studeerde Leni Duijzend geneeskunde aan de (gemeentelijke) Universiteit van Amsterdam. Ze slaagde in het najaar van 1955 voor haar doctoraal examen geneeskunde en werd in 1958 huisarts. Leni bleef ongehuwd. Vanuit haar woning in de Kastelenstraat 213 verrichtte Leni vele jaren haar werk als medicus.

Waardering
De contacten die Leni tijdens haar onderduik met de familie Van Leijen had opgebouwd, bleven ook na de oorlog heel goed. Leni beschouwde Hendrik en Nel van Leijen als haar pleegouders en noemde Elburg haar tweede stad. Op voordracht van Leni Duijzend en Herman Löwenberg ontving het echtpaar Van Leijen op woensdag 26 april 1995 postuum de Yad Vashem-onderscheiding. De plek van samenkomst was de (voormalige) Elburger synagoge. In ditzelfde gebouw zou een aantal jaren later een Joods museum worden opgericht. Na de opening van Museum Sjoel Elburg in 2008 bezocht Leni met enige regelmaat en grote interesse het museum. Dit uitstapje werd vaak gecombineerd met een bezoek aan de familie Van Hattem-van Leijen en de familie Van de Streek-van Zalk in Oldebroek.

   
Klasgenoten
In 2009 nam Maurice (Theo) Coster vanuit Tel Aviv het initiatief voor een ontmoeting met vijf voormalige klasgenoten van het Joods Lyceum. Deze oud-klasgenoten waren: Jacqueline Sanders-van Maarsen, Hanneli Pick-Goslar, Nanette Konig-Blitz, Leni Duijzend en Albert Gomes de Mesquita. Er werden filmopnames gemaakt onder andere in Amsterdam en Westerbork. Met z’n zessen werden herinneringen opgehaald aan hun schooltijd op het Joods Lyceum, aan Anne Frank, aan hun onderduikperiode en aan de ontberingen in de concentratiekampen. Hoe was het de voormalige klasgenoten vergaan tijdens de oorlogsperiode, en welke invloed had Anne Frank gehad op hun leven? De ervaringen en gesprekken werden vastgelegd op film, maar er verscheen in hetzelfde jaar ook een boek onder de titel Klasgenoten van Anne Frank.

De klas van Anne Frank
Nog in hetzelfde jaar 2009 organiseerde de KRO een reünie met vijftien voormalige klasgenoten van Anne Frank. Naast de zes eerder genoemde klasgenoten waren nog negen andere voormalige klasgenoten van Anne Frank uitgenodigd, die met haar op de 6e Montessorischool zaten. Presentator Rob Kamphues was verbaasd over het optimisme en de enorme veerkracht van de groep. Leni Duijzend was ook aanwezig, maar voelde zich niet geroepen iets te zeggen. Anne Frank had naar haar mening na de oorlog wel erg veel aandacht gekregen. Leni vond dat voor haarzelf ingewikkeld, maar ze genoot wel van de gesprekken met haar voormalige klasgenoten. Het programma werd op 27 december 2009 uitgezonden.

   
Museum Sjoel Elburg
Leni Duijzend was in juni 2008 aanwezig bij de opening van Museum Sjoel Elburg. Het museum had al snel haar hart gestolen. Over het onderduikverhaal van Leni Duijzend maakte Barend Bosman in 2012 een prachtige documentaire. Op 5 oktober 2012 werd de dvd in Museum Sjoel Elburg aan Leni overhandigd.

Laatste levensjaren
De laatste levensfase was voor Leni niet gemakkelijk. Zelfstandig wonen aan de Kastelenstraat werd moeilijk. Leni kreeg een kamer in het Joodse woonzorgcentrum Beth Shalom in Amsterdam. Daarna ging het snel bergafwaarts. Haar geest verweerde steeds meer. Op vrijdag 15 maart 2019 stierf Leni Duijzend. Haar crematie (zo had ze het testamentair vastgelegd) was op 20 maart op de Nieuwe Ooster aan de Kruislaan 126 te Amsterdam, haar 91e geboortedag. In het bijzijn van familie en bekenden werd de as van Leni op donderdag 12 september 2019 verstrooid bij de Anne Frankboom op de Nieuwe Oosterbegraafplaats. Moge haar ziel gebundeld worden in de bundel van het eeuwige leven.

SCHOOLTIJD
In februari 1941 kregen de Amsterdamse scholen van de Duitse bezetters de vraag voorgelegd hoeveel Joodse leerlingen hun school telde. Daarbij waren de voor- en achternamen van de leerlingen leidend. Het onderzoek wees uit dat het in totaal om 6.588 Joodse leerlingen ging. De meeste scholen voldeden aan het verzoek. Slechts een klein aantal aangeschreven scholen weigerde mee te werken. Toch zou de scheiding die de bezetters voor ogen hadden onafwendbaar zijn. De verordening kwam op 8 augustus 1941. Per 1 september 1941 mochten Joodse kinderen niet meer naar hun vertrouwde school. De Amsterdamse wethouder van Onderwijs, J. Smit, meldde aan de hoofden van alle openbare scholen dat er in hun scholen geen contact meer mocht zijn tussen niet-Joodse en Joodse leerlingen.

Joods Lyceum
Leni Duijzend kwam na de zomervakantie van 1941 terecht op het Joods Lyceum, een nieuwe school aan de Voormalige Stadstimmertuin 1 in Amsterdam, een straatje kort achter Koninklijk Theater Carré. Tot haar docenten behoorden toen onder anderen Jaap Meijer en Jacques Presser. In totaal hebben ongeveer 490 leerlingen les gehad op deze school. Minstens 222 leerlingen en twintig docenten en andere medewerkers van het Joods Lyceum zouden uiteindelijk de oorlog niet overleven. Ongeveer veertig procent van de leerlingen overleefde uiteindelijk de oorlog. Eind juni 1942 vond de jaarlijkse promotie plaats in de Hollandsche Schouwburg. De voorzitter van de Joodse Raad, professor David Cohen, sprak de leerlingen ter gelegenheid van de diploma-uitreiking en de overgang naar het nieuwe schooljaar toe. Kort daarvoor had hij van de Duitsers het bericht ontvangen dat de Arbeitseinsatz enkele dagen later zou worden afgekondigd. Een maatregel met grote gevolgen. De leerlingen en docenten van het Joods Lyceum sloten de promotiebijeenkomst in de Hollandsche Schouwburg af met het Hebreeuwse lied Am Jisrael Chai (Het Joodse volk leeft).

Klasgenoten
In de nazomer van 1941 kwam Leni Duijzend in klas 1L2 van het Joods Lyceum. In deze klas zat ook Anne Frank. Leni was op 12 juni 1942 op de dertiende verjaardag van Anne Frank toen ze haar (later beroemde) dagboek van haar ouders kreeg. In het boek van Theo Coster getiteld Klasgenoten van Anne Frank (Amsterdam, 2009) vertelt Leni het volgende over haar contacten met Anne Frank:

Met Anne Frank en een aantal klasgenoten hebben we in de winter bij haar in de buurt een paar keer geschaatst in de Rivierenbuurt. Jacqueline, Hannah en Nanette zijn daar ook vast bij geweest. We hebben veel gelachen. Anne zat vooraan in de klas, links bij het raam, zo herinner ik me het althans. De leraren lachten ook veel met haar. Eerst dacht ik dat ze gewoon een aardig meisje was, maar later vond ik haar toch wel heel speciaal. Ze viel wat meer op, terwijl ze in het begin meer opging in het geheel. Jij (Theo) en Albert maakten ook wel indruk op me. Alles bij elkaar was het een prettige klas. We hadden echt geen idee wat ons te wachten stond, wat de plannen waren. Mijn idee was dat we daar op school gezet waren tot de oorlog afgelopen zou zijn. Het was allemaal maar tijdelijk, dacht ik. Daarna zou alles weer normaal zijn.

De familie Frank besloot eind juni 1942 onder te duiken. Margot Frank had ook een oproep gekregen om zich te melden voor de Arbeitseinsatz. Anne en Margot Frank verdwenen van school net als zoveel andere Joodse scholieren. Het gerucht ging dat de familie Frank naar Zwitserland was geëmigreerd. Slechts enkelen waren op de hoogte van hun onderduikadres aan de Prinsengracht. Van de familie Frank overleefde alleen Otto Frank de verschrikkingen van de oorlog. Het dagboek van Anne Frank werd in 1947 uitgegeven.

Nanette Blitz
Net als veel andere meisjes had ook Leni Duijzend in haar jonge jaren een poëziealbum. Vier klasgenoten van de eerste klas van het Joods Lyceum hebben iets in het album geschreven. Op 5 maart 1942 schreef Nanette Blitz het volgende in Leni’s poëziealbum:

Lieve Lenie,
Een poëziealbum vind ik een vervelend ding,
Omdat de keus daarvoor is zo gering.
Ik geef je daarom slechts een korte raad mee,
Denk ook aan anderen en blijf steeds tevree.
Je vriendinnetje
Nan Blitz

De familie Blitz werd in de oorlog tijdens een razzia opgepakt. In 1943 werden Nanette Blitz en haar familie eerst naar Westerbork getransporteerd en later naar Bergen-Belsen. Vader Martijn Willem Blitz stierf op 24 november 1944 door uitputting in Bergen-Belsen. Moeder Helene Victoria Blitz-Davids stierf op 10 april 1944 in Eidelstadt. Nanettes broer Bernard Martijn Blitz stierf op 31 maart 1945 in Oraniënburg op 17-jarige leeftijd. Tijdens haar verblijf in Bergen-Belsen had Nanette Blitz meerdere keren een ontmoeting met Anne en Margot Frank. Anne en Margot stierven begin maart 1945 aan de gevolgen van tyfus. Nanette wist de oorlog ter nauwer nood te overleven. In 1950 emigreerde zij met haar Hongaars-Joodse echtgenoot John Frederick Konig naar Brazilië.


Betty Bloemendal
Op 13 maart 1942 schreef klasgenootje Betty Bloemendal het volgende versje in het poëziealbum van Leni:

Lieve Lenie,
Eer de kat een klok opwindt,
En de mug een paard verslindt
Eer er in de kerk is bal,
Eer ik jou vergeten zal.
Ter herinnering aan je schoolvriendinnetje,
Betty Bloemendal

Betty was een zeer intelligent meisje. Anne Frank schreef op 15 juni 1942 in haar dagboek het volgende over Betty:
Betty Bloemendal ziet er een beetje armelijk uit, ze is het geloof ik ook, zij woont in de Jan Klasenstraat in West en niemand van ons weet waar dat is. Ze is op school erg knap, maar dat komt omdat zij zo vlijtig is, want nu laat de knappigheid al wat te wensen over. Het is een tamelijk rustig kind.

Bertha Louise (Betty) Bloemendal werd op 12 augustus 1929 geboren in Den Haag. Ze was een dochter van Abraham Bloemendal en Jochwet Feige Beder. Het echtpaar Bloemendal kreeg twee kinderen: Philip Eduard en Bertha Louise (Betty). Philip Eduard Bloemendal werd op 1 oktober 1942 op 14-jarige leeftijd in Auschwitz vergast. Op dezelfde dag werden ook moeder Jochwet Feige Bloemendal-Beder en haar dochtertje Betty vergast in Auschwitz. Abraham Bloemendal stierf op 28 februari 1944 op 48-jarige leeftijd in Velp.


Jacqueline van Maarsen
Klasgenoot Jacqueline van Maarsen (1929) schreef op 17 maart 1942 een gedichtje in het poëziealbum van Leni:

Lieve Lenie,
‘k Zou gaarne wensen dat het leven
Je niets dan voorspoed moge geven.
Maar altijd vreugde, nooit verdriet,
Dat vindt men hier op aarde niet.
‘k Wil dus niet wensen dat het leven,
Je niets dan vreugde moge geven.
Maar dit wens ik je van ganser hart,
Geniet veel vreugd en weinig smart.
Ter herinnering aan je schoolvriendinnetje,
Jacqueline van Maarsen

Jacqueline van Maarsen werd op 30 januari 1929 geboren in Amsterdam. Ze had een Joodse vader en een katholieke moeder. In het schooljaar 1941-1942 zat Jacqueline samen met Anne Frank in de eerste klas van het Joods Lyceum. Ze raakte innig bevriend met Anne Frank. Toen Anne Frank in 1942 met haar familie moest onderduiken, schreef zij een afscheidsbrief aan Jacqueline in haar dagboek. Moeder Van Maarsen kon door de geboorte- en doopbewijzen van haar eigen vier grootouders aantonen dat ze niet-Joods was. Daarmee kon ze de inschrijving bij de Joodse Gemeente in Amsterdam ongedaan maken, waardoor het gezin Van Maarsen de oorlog overleefde.


Hanneli Goslar
Op 19 maart 1942 schreef klasgenootje Hannah Elisabeth (Hanneli) Goslar (1928) het volgende in Leni’s poëziealbum:

Lieve Leny,
Een versje in je album,
Is lang zo gemak’lijk niet.
Toch wil ik het proberen,
Zoals je hier nu ziet.
Ik zal je nu gaan wensen,
Leef lang, gezond en blij,
En als je in je album kijkt,
Denk dan nog eens aan mij.
Je schoolvriendinnetje,
Lies Goslar

Hanneli Goslar werd op 12 november 1928 in Berlijn geboren. Na de machtsovername door de nazi’s verhuisde de familie Goslar in 1933 naar Amsterdam, waar Hanneli Anne Frank leerde kennen. Samen met Sanne Ledermann behoorde Hanneli in 1934 tot de beste vriendinnen van Anne Frank. In 1940-1942 zat Hanneli Goslar met Anne Frank op de 6e Montessorischool en in de eerste klas van het Joods Lyceum. Hanneli Goslar trouwde met dr. Walter Pinchas-Pick. Hanneli woont al vele jaren met haar man en kinderen in Jeruzalem.


Poëziealbum van Jacqueline van Maarsen
Leni schreef ook in de poëziealbums van haar schoolvriendinnetjes. In plaats van over te schrijven, bedacht Leni deze versjes meestal zelf. In het album van Jacqueline van Maarsen schreef Leni op 21 april 1942 het volgende:

Amsterdam-Zuid
Lieve Jacqueline,
Iedere dag een vrolijke lach
Een vriendelijk woord is wat ieder bekoort
Ga prettig door het leven en geniet van je jeugd
En tracht te wezen een ieder tot vreugd.
Je klasgenootje Leni Duijzend

Omgekomen klasgenoten Leni Duijzend
Zeventien leerlingen uit de klas van Leni Duijzend werden uiteindelijk slachtoffer van de vervolgingen. Zij kwamen op jonge leeftijd om het leven in Auschwitz, Bergen-Belsen en Sobibor. Hun namen zijn:

Joseph (Jopie) de Beer Auschwitz, 19 november 1943 15 jaar
Bertha Louise (Betty) Bloemendal Auschwitz, 1 oktober 1942 13 jaar
Emanuel (Emiel) Bonewit Sobibor, 2 april 1943 15 jaar
Annelies Marie (Anne) Frank Bergen-Belsen, begin maart 1945 15 jaar
Zunia Ehrlichman Auschwitz, 28 februari 1943 16 jaar
Eva Hansje Elly (Eefje) de Jong Sobibor, 11 juni 1943 13 jaar
Werner Joseph Sobibor, 7 mei 1943 15 jaar
Jacques Kokernoot Auschwitz, 17 september 1943 14 jaar
Henriette Rebecca Metz Sobibor, 11 juni 1943 13 jaar
Nanette (Nannie) van Praag Sigaar Auschwitz, 5 november 1942 13 jaar
Abraham (Appie) Reens Sobibor, 4 juni 1943 15 jaar
Samuel Salomon Auschwitz, 14 september 1942 13 jaar
Harry Max Schaap Auschwitz, 13 november 1942 13 jaar
Leo Slager Sobibor, 2 juli 1943 14 jaar
Salomon (Sally) Springer Sobibor, 11 juni 1943 14 jaar
Ilse Wagner Sobibor, 2 april 1943 14 jaar
Ru Stoppelman Auschwitz, 12 oktober 1942 13 jaar

Overlevers
Van klas 1L2 van het Joods Lyceum van de jaargang 1941-1942 wisten uiteindelijk twaalf leerlingen de oorlog te overleven. Naast Leni Duijzend waren dat Nanette Blitz, Leo H.E. Blom, Robert Maurits Cohen, Maurice (Theo) Coster, Elisabeth Hannah Goslar, Herman L. Koopman, Maria Elisabeth (Miep) Lobatto, Jacqueline Y.M. van Maarsen, Albert Gomez de Mesquita, Maurits Pim Pimentel en Danka Zajde. Over het lot van Max van der Velde is verder niets bekend.

Geraadpleegde bronnen:
T. Coster. Klasgenoten van Anne Frank. Amsterdam, 2009.
A. Frank. Het Achterhuis. Het dagboek van Anne Frank. Amsterdam, 2016 (80e druk).
D. Hondius. Absent. Herinneringen aan het Joods Lyceum Amsterdam 1941-1943. Amsterdam, 2001.
J. Ilan-Onderwijzer. Het beeld staat mij bestendig voor ogen. De ervaringen van een Joods meisje uit Nederland tijdens de oorlog en in de kampen 1940-1945. Tel Aviv, 1980.
N. Konig-Blitz. Ik overleefde de Holocaust. Amsterdam, 2017.
J. van Maarsen. Anne Frank. Het meisje en de mythe. Amsterdam, 2020.
E.M. Moraal. Als ik morgen niet op transport ga, ga ik ’s avonds naar de revue: kamp Westerbork in brieven, dagboeken en memoires (1942-2010). Universiteit van Amsterdam, 2010.
G. Post. Lotty’s bankje. Stilstaan bij de Jodenvervolging in Amsterdam. Volendam, 2018.

bergen-belsen.stiftung-ng.de
gw.geneanet.org
kampwesterbork.nl
www.joodsonument.nl

Met Nanette Konig-Blitz (Sao Paulo) en Jacqueline Sanders van Maarsen (Amsterdam) is een aantal keren per e-mail gecorrespondeerd.