Herinneringsmonumenten op de Joodse begraafplaats

Aan de binnenzijde van de muur van de Joodse begraafplaats bevindt zich een eenvoudige steen met de tekst: Ter nagedachtenis aan hen die omgekomen zijn in de jaren 1940-1945. De steen werd in 1977 onthuld door Suze de Lange-Heimans, de weduwe van de in Elburg geboren Hartog de Lange. Zij stierf in 1983 en was de laatste die op de Joodse begraafplaats ter aarde is besteld. Op vrijdag 3 mei 1985 werd tegen de buitenmuur van de Joodse begraafplaats door rabbijn Jacobs uit Amersfoort en burgemeester Van Hout een gedenksteen onthuld. Op de gedenksteen, in de vorm van een Torarol, staan de namen van 21 Elburger joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd.

Op de gedenksteen is de volgende veelzeggende tekst aangebracht. De eerste regels zijn ontleend aan een gedeelte uit II Samuël 1 vers 23, waarin David in een klaaglied de dood van Saul en Jonathan onder woorden bracht: Die geliefd en bemind waren tijdens hun leven, zijn ook in de dood niet gescheiden. Hun aandenken zij tot zegen. Ter blijvende nagedachtenis aan alle Joodse medeburgers die gedurende de Tweede Wereldoorlog door de Duitse terreur uit ons midden werden weggerukt. Tijdens de jaarlijkse dodenherdenking -op 4 mei- legt de burgemeester van Elburg namens de bevolking een krans bij deze gedenksteen.


Namen
Op de gedenksteen staan de namen van de Elburger joden die tijdens de oorlogsjaren werden gedeporteerd. De vermelde namen zijn:

D. E. Beem
Ez. Beem
S. Beem
E. Cracau
I. Föster
C. Förster
J. Förster
S. Förster
H. van Hamberg
J. Steinhauer
B. de Hond
S. de Hond-Beem
D. Ez. de Hond
J. de Hond
K. de Hond
A. de Lange
J. de Lange
M. de Lange
J. Vecht
S. Vecht-Levie
M. Vecht

N.B. Opvallend is dat de namen van L. Steinhauer-Schapira en haar dochter G. Steinhauer niet op de gedenksteen vermeld staan.