James Wilson

In het voorjaar van 1944 beleefde de Amerikaan James Reece Wilson (geb. 30 juni 1924 te Marshalltown in de staat Iowa) een spectaculair avontuur. De boordwerktuigkundige James Wilson had zich op 7 mei 1944 voorbereid op zijn veertiende vlucht vanuit Engeland richting Duitsland. Aan boord van een B-17 Flying Fortress (Vliegend Ford) was het de bedoeling om boven Berlijn vlugschriften uit te werpen. Op de terugvlucht kreeg de Amerikaanse bommenwerper echter motorpech. Tussen Wolvega en Nijelamer werd de bemanning gedwongen om een crashlanding te maken. Met parachutes lukte het de negenkoppige bemanning het toestel tijdig te verlaten. Vijf van hen werden kort daarna gearresteerd door de Duitsers. De vier andere bemanningsleden wisten zich met hulp van een 16-jarige Friese jongen te verbergen in het struikgewas. Het lukte de Duitsers na een zoektocht niet om hen op te sporen. De jongeman bracht de vier geallieerde vliegers uiteindelijk bij Lambertus Koopmans, koster van de Gereformeerde Kerk in Heerenveen.

   
Onderduiktijd in Heerenveen
James Wilson verbleef tot augustus 1944 op een klein zolderkamertje in Heerenveen. Hij was in afwachting van een geschikt moment om uit het bezette gebied weer richting Engeland te ontkomen. Maar het was zeer gevaarlijk en bij eventuele arrestatie zou hem een zware straf wachten. In augustus 1944 was het eindelijk zover om zijn schuilplek te verlaten. Samen met een ander bemanningslid, staartschutter Tom Reilly, werd James Wilson door verzetsmensen per trein naar Oldebroek gebracht. Om de aandacht af te leiden droeg Wilson op zijn rever een NSB-speldje en had hij het NSB-blad Volk en Vaderland bij zich. Tom Reilly had een bewijs bij zich dat hij doofstom zou zijn. Op het station Zwolle moesten Wilson en Reilly overstappen op de stoptrein richting Oldebroek. De Grüne Polizei controleerde de passagiers, maar James Wilson werd overgeslagen omdat hij zat te lezen in Volk en Vaderland.

Geheime Dorp
In Oldebroek werden Wilson en Reilly korte tijd opgevangen in een kamp van vluchtelingen. Daarna werden ze overgebracht naar het Geheime Dorp in de bossen bij Vierhouten. Hier verbleven vanaf augustus 1944 tot oktober 1944 gemiddeld ongeveer 80-90 onderduikers, verspreid over negen ondergrondse hutten. In het onderduikerskamp maakten James Wilson en Tom Reilly onder andere kennis met een Duitse deserteur. Het was voor de beide Amerikaanse vliegeniers moeilijk om zich aan de strenge regels in het kamp te houden.

Overplaatsing
Na enige tijd vond de kampleiding het verstandig om de beide Amerikanen op een andere plek onder te brengen. Zo kwamen ze uiteindelijk terecht op de boerderij van de familie Bakker-van Essen op de Hokseberg bij ’t Harde. Vandaar werd Wilson (samen met Caroll Stearns) een tijdje bij Herman van Essen in Epe ondergebracht. Tom Reilly bleef achter bij de familie Bakker.


Operatie Pegasus II
Op de late avond van 17 november 1944 werden James Wilson, Tom Reilly en Caroll Stearns in de schuur op het erf van de familie Van Norel aan de Stoopschaarweg te Elburg verzameld, samen met 15 andere geallieerde militairen. Op de avond van 18 november werd de groep geallieerde militairen vanaf het landgoed Old Putten met een vrachtauto vervoerd richting Otterlo. Deze poging om vanuit vijandelijk gebied het bevrijdde deel van Nederland te bereiken maakte deel uit van de Operatie Pegasus II. In de omgeving van Otterlo ging het mis. De vrachtauto arriveerde te laat en de achttien mannen werden op de verkeerde plek uit de auto gezet. De hoofdgroep werd daardoor gemist. De groep ging desondanks op pad en probeerde alsnog aansluiting te krijgen. Deze tegenslag bleek achteraf een voordeel te zijn. Korte tijd later werd in de verte schoten van machinegeweren gehoord. De hoofdgroep was in een vuurgevecht met de Duitsers geraakt. Er viel een dode, een aantal mannen raakte gewond en ruim veertig geallieerde militairen werden krijgsgevangen gemaakt. De overige mannen wisten te ontsnappen. De achttien mannen van de groep Old Putten werden niet ontdekt. Ze brachten eerst twee dagen en nachten in een bos door en vervolgens werden ze enkele dagen opgevangen in een schuur. Vervolgens werd de groep van achttien mannen door verzetsmensen naar verschillende onderduikadressen gebracht. James Wilson verbleef bijna vier maanden bij de familie Van Omme in Barneveld.

Bevrijding
James Wilson kwam vervolgens in de Alblasserwaard terecht, waarna hij bij de familie Visser in Sliedrecht kwam. Daar maakte hij begin mei 1945 de bevrijding mee. Na de oorlog kwam James R. Wilson verschillende keren terug naar Nederland tijdens reünies met veteranen. In latere jaren schreef hij een boek over zijn oorlogservaringen. James Reece Wilson stierf op 14 oktober 2005 te Waterloo in de staat Iowa. Daar werd hij op Garden of Memories begraven.

Met dank aan:
Douwe Drijver              Leeuwarden
Jan ten Have               ‘t Harde
Wolter Noordman       Heerde