Herman Hulst

Ik ben geboren aan de Noorderwalstraat 3, in het nieuwste huis dat net voor de oorlog gebouwd was, toen mijn vader de smederij van Dies Seijbel (ongetrouwde oudoom van Maarten Seijbel) kon overnemen. Omdat het pand doorliep tot de Ellestraat was daar de smederij, waar veel onderhoudswerk voor de botters werd gedaan maar ook paarden werden beslagen. Ik was de oudste zoon en vernoemd naar Opa Hulst, zoals dat toen hoorde. Na mij kwamen nog vier broertjes en een zusje. Mijn zusje Fenna was vernoemd naar mijn jong overleden oma, Fenna van der Heide.

Vader en moeder
Moeder zorgde voor het grote gezin met hulp van Jannie ten Hope, die bij de Vischpoort woonde. Later kwam Bertha van Nes, die met onze eerste ‘knecht’ Henk Kanis trouwde. Omdat mijn vader een lasapparaat had dat met carbid werkte, werd in de oorlog carbid geruild met boeren in de omtrek, die dat nodig hadden voor hun carbidlampen. Met oudjaar had ik dan ook vaak veel vriendjes, in verband met het carbidschieten dat we met de buismanblikjes (surrogaatkoffie) deden.

       
Buurt
In deze buurt lag ook de Eendenhoeksteeg, waar heel bijzondere bewoners in kleine huisjes met een ommuurd binnenplaatsje woonden: Hannes de Kuch, Hannes van Loentje, Willem de Kamerling, het gezin van Drees Kars en de familie Stoffer met de kinderen. De wc was een hokje op het binnenplaatsje. Omdat Willem de Kamerling zijn plaatsje verhuurde aan metselaar Vos (de Knikker), had hij geen wc. Meestal ging Willem dan in de morgenuren de wal op en deed zijn behoefte meestal achter het jodendom.

De Doele
Voor ons huis was De Doele (Jos Lussenburgplein): een stuk van de oude binnengracht met de moddersloot. Daar had Griet Witter van Wiechert (Engeltjes) ook de kippen. En boer buurman Seijbel (Jan van Nies) had daar het ‘Gat van Seijbel’, waarnaast de Warf was waar mijn ooms Hulst de spullen van de rokerij hadden opgeslagen en waar Piet de Kop (Kruithof) zijn fruitkisten had staan. Bij het slachthuis mochten we niet komen, behalve als er noodslachting was, want dan gingen de mensen daar goedkoop vlees halen.

Oorlogsjaren
Mijn eerste contact met de oorlog (is mij verteld), was toen ik net geboren was (26 juni 1940) en mijn tante Aja, die met Tiemen Hengeveld was getrouwd en kraamverzorgster van beroep was, met mij op de arm voor het raam stond, toen de eerste groep Duitse soldaten door de Noorderwalstraat marcheerde en haar stiekem vriendelijk toelachte. Zelf herinner ik mij dingen van het eind van de oorlog, bijvoorbeeld dat op het slachthuis de gaarkeuken was waar evacués eten haalden. Maar ik herinner me ook, dat we plotseling eind 1944 een meisje in huis kregen. Later bleek zij een ondergedoken Jodinnetje te zijn, dat gevlucht was uit het Pas-op-kamp bij Vierhouten. Ze is gebleven tot de Bevrijding.

       
Andere herinneringen
Maar ook de grote groepen vliegtuigen die aan de hemel ronkten richting Duitsland staan me nog bij. Boven Elburg wierpen zij hun benzinetanks af, die al draaiend buiten de stad neervielen. Wij hadden zo’n ding, en in de smederij werd er een gat ingeknipt waarin je kon zitten, zodat we in de moddersloot konden proefvaren. Ook weet ik nog dat er Duitse soldaten bovenop de toren zaten en met hun benen over de rand bungelden. Ik herinner me ook dat wij op de binnenplaats een varken hadden bij het kolenhok, maar dat mocht niet van de overheid. Dat varken moest dan stiekem geslacht worden door ome Bertus Hup. Hij hing het varken op aan een ladder. Ook heeft mijn vader samen met buurman Geerlig Hagedoorn ’s nachts een boom op de wal omgezaagd voor de kachel, toen er geen kolen te krijgen waren. De laatste paar jaar van de oorlog zat ik op de bewaarschool van juffrouw Wijmie (Westerink) aan het andere eind van de Ellestraat, waar een grote zandbak was op de plaats waar nu de kruidentuin is.

Bevrijding
Van de Bevrijding weet ik dat we, in de steeg bij Het Scheepje, wittebrood van de Canadezen kregen. Een paar van hen waren bij ons ingekwartierd en sliepen op zolder. Van hen kregen we ‘chocolate’. Ook herinner ik me de grote bevrijdingspoort, die gebouwd werd op de Kruushoek bij de kruidenierswinkel van de familie Van Ommen.