EB 34 en EB 60

ARTHUR SCHMIDT EN VERNON D. ANDERSON
Op 26 november 1944 bombardeerden 243 B-17 ‘Vliegende Forten’ van de 1e Bomb Division en 57 B-24 Liberators van de 2e Bomb Division de olie-installaties in Misburg, in de omgeving van Hannover. Ook de piloten van de B-17G 42- 102565 ‘The Ugly Ducking’ (De Amerikanen voorzagen de rompneus van hun toestel vaak van een afbeelding met passend bijschrift, de zogenaamde ‘nose-art’) hadden tijdens de ‘briefing’ op de basis Nuthampstead (Hertfordshire) de opdracht meegekregen dit doel te bombarderen.


Neergestort in het IJsselmeer
Voor de uit negen leden bestaande bemanning van deze bommenwerper, die behoorde tot de 398e Bomb Group van het 601 Bomb Squadron, zou het de laatste missie tegen de vijand worden. In het ‘Casualty Report’ is te lezen dat het toestel op de thuisvlucht in de omgeving van Zwolle door vlakvuur opnieuw in de linkerbuitenmotor werd getroffen. Vliegend op een hoogte van 27.000 voet (8.000 meter) vroeg de piloot over de boordradio of er kon worden uitgeweken naar een landingsterrein in België. Even daarna moet het toestel onbestuurbaar zijn geworden, waarop het omstreeks 14.00 uur in het IJsselmeer neerstortte. Er waren geen overlevenden. De lichamen van twee bemanningsleden werden enkele maanden later door Elburger vissers uit het water gehaald. Een mogelijke verklaring voor deze late bergingen zou de strenge winter van 1944-1945 (met veel vorst en sneeuw) kunnen zijn.

Arthur P. Schmidt
Op vrijdag 6 april 1945 werd door de schippers van de EB 60, de gebroeders Hein en Jan Jansen, het nog aan een parachute vastzittende stoffelijk overschot van de ‘waist gunner’ (zijluikschutter) S/Sgt Arthur P. Schmidt, afkomstig uit Osage (IOWA), ter hoogte van de zandbank De Doornspijker Berg gevonden. De gebroeders Jansen brachten het lijk naar de thuishaven in Elburg. Het proces-verbaal vermeldde dat na de door de dokter Gerritsen verrichte lijkschouwing het lichaam door ‘den alhier aanwezige Postcommandant der Duitsche bezetting werd gefouilleerd.’ Vervolgens werd de gesneuvelde Amerikaan met paard en wagen naar het baarhuisje op het kerkhof aan de Nunspeterweg vervoerd.

   
Vernon D. Anderson
Bijna twee maanden na de Duitse capitulatie, op vrijdag 29 juni 1945, werd door de vissers Piet de Beer en Steven Hopman (EB 34) het lijk van een geallieerde vlieger, drijvend voor de kust van de gemeente Elburg, in het IJsselmeer aangetroffen. Het bleek na onderzoek het stoffelijk overschot van de navigator van ‘The Ugly Duckling’ te zijn, Vernon D. Anderson. Hij was afkomstig uit Seattle (Washington). Zijn lichaam werd op 1 juli 1945 door Canadese militairen op de Algemene Begraafplaats aan de Nunspeterweg ter aarde besteld. De stoffelijke resten van beide vliegers werden op 12 februari 1946 door de Amerikaanse gravendienst overgebracht naar de militaire begraafplaats Margraten.

       
Bemanningsleden
Na de oorlog werd vastgesteld dat de bemanning van neergestorte B-17 bommenwerper verder had bestaan uit: 1/Lt. Benjamin G. Rolfe (piloot), 2/Lt. Paul E. Doyle (tweede piloot), S/Sgt. Richard W. Rimmer (bommenrichter), T/Sgt. Joseph M. Price Jr. (boordwerktuigkundige), Sgt. James B. Coulson (buikkoepelschutter), S/Sgt. Thomas S. Pozder (staartschutter) en S/Sgt. Frank Iaconis (radio-operateur). Het lichaam van Benjamin G. Rolfe (Lark, Utah USA) spoelde op 17 maart 1945 aan op Urk en werd aldaar begraven. Paul E. Doyle (Shellsburg, Wisconsin USA) spoelde eveneens op Urk aan en werd op 10 juni 1945 begraven. Richard W. Rimmer (Canada) werd op 17 juni 1945 gevonden aan de dijk Urk-Kampen. Ook hij werd op Urk begraven. Frank Iaconis staat tot op heden als vermist geregistreerd. Zijn naam staat bijgeschreven op de Walls of the Missing op de Amerikaanse begraafplaats in Margraten. Op dit gedenkmonument staan de name vermeld van 1722 vermiste militairen.

Herbegravingen
Na de oorlog werden de stoffelijke resten van Arthur P. Schmidt, Vernon D. Anderson en Thomas Podzer herbegraven op de Amerikaanse begraafplaats in Margraten. De lichamen van Benjamin G. Rolfe, Paul E. Doyle en Richard W. Rimmer werden herbegraven op de Amerikaanse begraafplaats Neuville-en-Condroz nabij Luik.