Bevrijding van Elburg
Elburg is vrij! Op 19 april om half elf ’s morgen rollen de eerste Canadese tanks en pantserwagens de Vischpoortstraat in. De bevolking is door het dolle heen en tussen de feestelijkheden door horen de Elburgers van de bevrijders hoe de verlossing van het Duitse juk vordert. Overal feestelijkheid. Vlaggen, oranje. Volwassenen en kinderen in tooi van oranje en rood-wit-blauw. Onbeschrijfelijke blijdschap. Opgewonden geestdrift. Overal gejuich en gewuif. Het wordt een enorme beweging te midden van de nationaal-gesierde straten.
De massa wil zich echt-Nederlands uiten. Het Wilhelmus wordt gezongen, daarna het Wiens Neerlands bloed. De Canadezen worden op de schouders van de sterke Elburgers genomen en onder gejuich rondgedragen. Het is een verbroederend welkom. Meer wagens en tanks arriveren, nu uit de richting van Doornspijk. Zo gaat het de hele dag door. Overal woelt en juicht het in de straten. Vooral ook de jonge meisjes laten zich niet onbetuigd. De Canadezen delen sigaretten uit. Hun strijdwagens worden door de jeugd beklommen.
’s Avonds is er in de Sint-Nicolaaskerk een dank- en herdenkingsdienst, waarin alle geloofsrichtingen samen komen. Achtereenvolgens spreken de predikanten A. Gruppen (Chr. Geref.), H. Boswijk (Geref.) en W.L. Tukker (Ned. Herv.). Dominee Boswijk wijst op het feit dat binnenkort gedankt kan worden voor de bevrijding van héél Nederland. Niet gemakkelijk is het, om de gevoelens die thans oprijzen, op de juiste wijze uit te drukken. Er ligt zoveel in de vreugde van heden opgesloten.
Deze woorden schreef de journalist Jan L. de Boer (1888-1951) in zijn oorlogskroniek over de bevrijding van Elburg. Jan L. de Boer was vele jaren redacteur van de Elburger Courant. De dagen voor de bevrijding kenmerkten zich echter door verwarring, spanning en onzekerheid.
Dinsdag 17 april
Op 17 april 1945 ontving de familie W. Westerink aan de Ellestraat 56 het bevrijdingsnummer (3e jaargang, nummer 5) van het illegale blad Trouw. De krant werd bij de familie Westerink met grote vreugde ontvangen. Het maakte duidelijk dat de bevrijding van Elburg binnen afzienbare tijd een feit zou zijn. Trouw opende met de woorden uit Psalm 118 vers 12:
Dit is de dag de roem der dagen,
Dien Isrels God geheiligd heeft.
Laat ons verheugd van zorg ontslapen,
Hem roemen, die ons blijdschap geeft.
Het openingsartikel gaat vervolgens verder met: Onze vrijheidsdag is een vreugdedag. Een dag van innige dankbaarheid tevens. Maar onze blijdschap is niet onvermengd. Naast vreugde is er ook rouw in ons hart, rouw om hen die vielen. Want onze vrijheid en onze vreugde zijn duur gekocht. Zij zijn betaald met het bloed van de edelste zonen. En terwijl de blijde tonen van ons volkslied weerklinken, welt in onze ziel de weemoed op, als wij zien op de lege plaatsen in onze rijen. In deze uren gedenken wij allen, die door de strijd voor onze vrijheid het leven hebben gelaten.
Verwarring en paniek
In de morgen van woensdag 18 april 1945 was het kreeg de NBS te Elburg bevel over te gaan tot actie. De Elburgers waren even verward. In de editie van Strijdend Nederland van 24 april 1945 werd teruggeblikt op deze situatie. De verzetsgroep Oldebroek was al een dag eerder bovengronds gegaan nadat de vijand tegen de middag vertrokken was in de richting van Nunspeet. Ook in Elburg dacht men vrij te zijn. Op het gemeentehuis aan de Van Kinsbergenstraat kwamen de ondergedoken militairen zich melden. Vanuit het kwartier van de NBS werden maatregelen getroffen voor de ordehandhaving en de beveiliging. Plotseling was er echter paniek toen bleek dat er groepen Duitsers terug kwamen.
Nabij de Nunspeterweg vond omstreeks 15.00 uur een gewapend treffen plaats tussen een groep van ongeveer tien Duitse militairen en de NBS. Een Duitse auto werd daarbij hevig beschoten waarbij de inzittenden buiten werking werden gesteld. Eén van de Duitse militairen werd bij het vuurgevecht gedood, terwijl de anderen zich overgaven aan de NBS en gevangen werden genomen. Met de handen omhoog werden de Duitse soldaten via de Goorpoort Elburg binnen geleid. De gedode Duitse militair bleek Richard Mayer te zijn. Hij werd op 20 april 1945 op de Algemene begraafplaats aan de Nunspeterweg te Elburg begraven (graf 877). Na de oorlog werd zijn lichaam herbegraven.
Almelose strijders van de NBS
In de editie van Strijdend Nederland van 18 april staat vermeld wat vooraf ging aan de binnenkomst van de geallieerde bevrijders. Aan het eind van de woensdagmorgen, om twaalf uur, arriveerden in een vrachtauto 35 leden van de Almelose Binnenlandse Strijdkrachten in Elburg. Al heel snel was de wagen omgeven door een enthousiaste menigte Elburgers. Onder gejuich van de bevolking sprongen de mannen van de wagen. Ze begaven zich in gesloten formatie naar hotel Het Scheepje om wat te gaan eten. De redacteur van Strijdend Nederland stede zich in verbinding met de ondercommandant van de groep uit Almelo. Nadat de groep had meegemaakt dat Almelo was bevrijd, wilden ze verder om Nederland te helpen bevrijden. Hun eerste opdracht was om Salland te zuiveren van de bezetters. De groep was aanwezig bij de bevrijding van Wierden. Daarna werd Zwolle moeiteloos bevrijd. En nu was de groep in Elburg terechtgekomen in afwachting van de komst van de geallieerden.
Bevrijding van Elburg
Op donderdag 19 april 1945 reden de Canadezen en Engelsen met hun tanks en militaire voertuigen Elburg binnen. De geallieerde bevrijders bestonden uit militairen van het Eerste Canadese Leger aangevuld met het Britse Reconnaissance Regiment, de Polar Division, van de 49th West Riding Infantery Division. Ze werden vergezeld door een Almelose stoottroep van de NBS. De straten waren gevuld met en uitzinnige menigte. Kinderen maar ook volwassenen klommen op de tanks en gingen gesprekken aan met de bevrijders. Naar het voorbeeld van de Almelose groep werd ook in Elburg een brigade van 26 vrijwilligers samengesteld om de geallieerden te helpen om andere delen in het land te gaan bevrijden.
Bevrijdingsdankdienst
In de avonduren van 19 april 1945 werd spontaan door de gezamenlijke kerken een dankdienst georganiseerd. Volgens de editie van 20 april 1945 van Strijdend Nederland was in de Sint-Nicolaaskerk gaan enkele plaats onbezet. Enkele honderden mensen moesten zich zelfs tevreden stellen met een staanplaats. Dominee A. Gruppen (Christelijk Gereformeerde Kerk) opende (als oudste van de dienstdoende predikanten) de dienst, sprak het votum en de groet uit en liet vervolgens Psalm 150 de verzen 1 en 3. Vervolgens las dominee Gruppen de Psalm en wees er in zijn gebed op hoe de Heere trouw was gebleven in de moeitevolle jaren., die thans achter ons liggen. Looft den Heere was het thema van zijn toespraak.
Dominee H. Boswijk (Gereformeerde Kerk) besteeg daarna de kansel en sprak naar aanleiding van 2 Samuël 6 vers 11 en ging daarbij in op drie gedachten:
- Door welke kracht zijn wij in de verlopen jaren staande gebleven?
- In welken geest bevinden wij ons thans?
- Wat zijn wij van plan voor de toekomst?
Aan de hand van dit tekstgedeelte ontvouwde de spreker de geschiedenis van David en toetste deze aan de tegenwoordige tijd. Na het zingen van Psalm 75 vers 1 sprak dominee W.L. Tukker (Nederlandse Hervormde Kerk) tenslotte woorden naar aanleiding van Psalm 107. Hij ging daarbij dieper in op drie punten:
- Een volk in nood
- Een gebed in nood
- Een God in nood
De indrukwekkende dankdienst werd afgesloten met het zingen van twee coupletten van het Wilhelmus.
Johannes van Hulsteijn
Een van de bezoekers van deze herdenkingsdienst was Johannes van Hulsteijn (1909-1974), destijds gemeentesecretaris van Doornspijk. In zijn dagboek schreef hij over deze samenkomst het volgende: Die avond (19 april 1945) was er een dankstond in de groote kerk te Elburg van alle gezindten gezamenlijk. Marie bleef thuis bij Fransje. Toen ik om zeven uur bij de kerk kwam, was deze reeds barstens vol en ik kon met moeite een plaatsje krijgen op de galerij. Het was een machtig gezicht, al deze menschen samengepakt in de banken, en in de tusschengangen, stoelen tekort en vele honderden moesten met een staanplaats zich tevreden stellen. Het mooie orgel liet jubelende klanken hooren en de oranje-strikken en kokardes staken scherp af tegen de veelal stemmige kleeding van de menschen. Het gezamenlijke gezang was een machtig danklied voor de bevrijding en het was ontroerend te zien hoe al deze menschen elkaar samen vonden in gebed en dankzegging tot God, Die toch ook dit groote werk had gewrocht. Het was jammer dat de dominees zich niet voldoende beperkten en het reeds over negenen was toen de dienst was afgeloopen. Negen uur was de Avondklok!
Bevrijdingsnaklanken
Kort na de bevrijding heerste bij veel mensen een dubbel gevoel. Vreugde en verdriet, maar ook verwarring overheersten. Anderzijds blijkt uit het artikel dat de opvatting in die tijd was dat er aangepakt moest worden. In de editie van Strijdend Nederland van 25 april 1945 worden die gevoelens in een artikel met als titel Bevrijdingsnaklanken als volgt weergegeven:
We hebben weer kunnen lachen, we hebben ook geweend. We hebben het bevrijdingsfeest meegemaakt, maar we hebben ook God gedankt, zowel in de binnenkamer als in de kerk. We zijn enkele dagen van streek geweest ten gevolge van de zoo lang verwachte, toch nog onverwachte komst van de Tommies. Nu zijn we weer een week verder. We zijn bijna een week vrij. Kunnen we er ons eigenlijk al wel een voorstelling van maken? Nu beseffen we eigenlijk pas goed wat een geweldig begrip het woord VRIJHEID omvat, en dan moeten we ook eerlijk toegeven, dat wij er ons nog geen duidelijk beeld van kunnen vormen. Immers, we moeten weer mensch worden. De afgelopen wek heeft ons dat doen zien. Er zijn n.l. in verschillende plaatsen enkele excessen voorgevallen.
De reden hiervan is niet ver te zoeken. Het komt, omdat we nog niet ons zelf zijn. We hebben ons evenwicht nog niet hervonden. We slaan of naar het eene uiterste of naar het andere uiterste door. Daarom is een eerste vereischte dat we ons evenwicht zoo spoedig mogelijk hervinden. Dit is op verschillende manieren te bereiken. Maar één van de voornaamste is wel: zoo gauw mogelijk weer aan den slag. Zij die gewoon door hebben kunnen werken, moeten dubbel aanpakken. Dit geldt met name voor de boeren en andere productiecentra. Veel is verlaat, met veel zijn we achter gekomen. Het is onze plicht om de schade zoo spoedig mogelijk weer in te halen.
Meisjes in Elburg
In de editie van Strijdend Nederland van 27 april 1945 werden de Elburger meisjes gewezen op hun verantwoordelijkheid. Onder de titel Meisjes van Elburg volgde een opmerkelijk artikel: Wij zijn weer vrij! Wij mogen weer zeggen en doen wat we willen. Van de vrijheid maken we een goed gebruik. Maar er zijn toch altijd nog bijzondere omstandigheden. Eén daarvan is de aanwezigheid van onze geallieerde vrienden. Zij hebben huis en haard verlaten en zijn van ver over zee gekomen om ons helpe te bevrijden. Wij willen onze dankbaarheid toonen door een vriendelijke houding, maar willen daarbij onze waardigheid bewaren. Bedenken wij dat deze menschen vrouwen en verloofden hebben in eigen land, die op hen wachten, naar wie ze zoo spoedig mogelijk hopen terug te keren. De oorlog slaat veel geluk aan stukken. Laten wij zorgen dat het oorlogsleed niet door ons nog wordt vergroot. Meisjes van Nederland, gedraagt u, zoals onze zusters in andere landen dat van ons verwachten! Breng niet door onbezonnenheid uw toekomst in gevaar, en laat de in zijn land terugkerende soldaat kunnen getuigen van de Nederlandsche gastvrijheid, en de waardigheid der Nederlandsche vrouw.
Dagelijks leven
Het gewone leven werd begin mei 1945 hervat. In het nummer van 3 mei 1945 lezen we dat er in Elburg een noodarbeidsbureau was opgericht, waarbij alle mannen van 18 tot 45 jaar zich moesten laten inschrijven. Aan de hand van aangelegde lijsten konden personen voor dringende werkzaamheden ter plaatse worden opgeroepen. De lessen op de scholen werden hervat. De Elburger vissersvloot kon helaas nog niet uitvaren omdat voor de ingang van de haven twee schepen tot zinken waren gebracht.
5 mei 1945
Op zaterdag 5 mei was er een twee vreugde-uitbarsting in Elburg. De klokken van de Sint-Nicolaaskerk luidden die dag. Het klokkengelui was de avond daarvoor omstreeks half tien voor het eerst ingezet. Eerst weifelde een deel van de Elburger bevolking nog, maar korte tijd later durfde de bevolking het aan om juichend de straat op te gaan. Duitsland had gecapituleerd en was bijna totaal verslagen. De wapenstilstand en de vrede in heel Nederland was een feit. Dit was reden voor de bevolking om bij de invallende duisternis de straat op te gaan om te juichen, te zingen, te dansen en te jubelen.
De volgende morgen om zeven uur ging de ervaren stadsomroeper Hulsman met hoorngeschal door de stad. De Oranjevereniging kwam al vroeg in actie. Overal in de stad werden versieringen aangebracht en vlaggen uitgehangen. Om acht uur was de stad al in feeststemming. De bevolking verzamelde zich op dat tijdstip op de Vischmarkt, waar ook de leden van de Oranjevereniging stonden opgesteld. Na hoorngeblaas nam de heer K. Veninga, voorzitter van de Oranjevereniging en tevens waarnemend burgemeester, het woord. Hij wees er op dat ondanks dat de Duitsers en de NSB’ers, die het Nederlandse volk op allerlei wijze hadden onderdrukt, gesmaad, mishandeld en beroofd en van het Oranjehuis niets wilden weten, de versierselen van de Oranjevereniging toch behouden waren gebleven zoals de versierde stad op allerlei wijze thans liet zien.
Na de toespraak van de heer Veninga werden twee coupletten van het Wilhelmus gezongen, waarna de bevolking het driewerf hoera aanhief. Daarna volgde langdurig klokgelui van de Sint-Nicolaaskerk. Om vier uur in de middag werd door de versierde straten een optocht gehouden onder begeleiding van de fanfare van de muziekvereniging Concordia. De belangstelling van de bevolking was massaal. In de avonduren was er op de Vischmarkt een concert van Concordia waarbij Jos Lussenburg weer als muzikaal leider optrad. Tijdens en na het concert was de stemming zeer uitbundig. In lange slierten werd door de jongeren door de stad gehost en gezongen. Op de brug aan de Nunspeterweg werd een teerton in brand gestoken als symbool van een vreugdevuur.
In ernstiger stemming beluisterden velen diezelfde avond de indrukwekkende radio-uitzending vanaf 20.00 uur waarbij Koningin Wilhelmina terugblikte op de strijd, de offers en het leed van de afgelopen bezettingsjaren. Op zondag 6 mei werd er in de plaatselijke kerken uitgebreid stilgestaan bij de bevrijding en werden de offers van de bezettingsjaren op plechtige wijze herdacht. In de gebeden was sprake van dankbaarheid en werd kracht gevraagd voor het opbouwwerk.
Bevrijdingsfeesten
Eind augustus 1945 werden in Elburg opnieuw feestelijkheden georganiseerd. De straten en stegen van de binnenstad en de buitenwijken prachtig versierd met sparren en dennen en werden de voormalige stadspoorten herbouwd. De winkeletalages waren verlicht en de Vischpoort gaf door de aanlichting een sprookjesachtig beeld. De Oranjevereniging had een uitgebreid feestprogramma samengesteld. Het bevrijdingsfeest begon al op donderdag 30 augustus met de kinderfeesten. Door de hevige regenval konden deze spelen niet op de Bleek worden gehouden. Ze werden verplaatst naar in en rondom de lagere school aan de Bas Backerlaan.
Vrijdag 31 augustus 1945
Op vrijdag 31 augustus begon de dag opnieuw met regen. De vlag werd om kwart over acht onder muzikale begeleiding van de muziekvereniging Concordia op de muziektent geplaatst. Waarnemend burgemeester K. Veninga en de voorzitter van de Oranjevereniging hielden toespraken. Veninga vroeg zich af of het geoorloofd was om feest te vieren in de wetenschap dat er gesneuvelden waren, nog mensen werden vermist en dat er mishandelingen en verwoestingen hadden plaats gevonden. Veninga meende uiteindelijk van wel, te meer omdat God ook veel had gespaard had en dat Nederland was bevrijd. Ook stond hij stil bij de verjaardag van koningin Wilhelmina. Vervolgens werden er voor de kleuters en de schoolkinderen spelletjes georganiseerd. Ondertussen was er de gelegenheid om in de stad de prachtig versierde etalages van de winkeliers te bewonderen. In de middaguren was het weer opgeknapt.
Om vier uur werd door de gezamenlijke kerken in de Sint-Nicolaaskerk een dankdienst gehouden. De opkomst was groot. De sprekers waren dominee Boswijk (Gereformeerd), dominee Gruppen (Christelijk Gereformeerd) en dominee Tukker. Na de kerkdienst werden in de Jufferenstraat duiven met oranje linten opgelaten, waarbij dr. H.J. Olthuis een toepasselijk woord sprak over de vrede. In de namiddag volgde een concert op de Vischmarkt waarbij werd gezongen door het dameskoor D.I.T.O. en het mannenkoor O.B.K. Een kinderkoor bracht ook enkele liederen ten gehore. De muziekvereniging Concordia speelde tot laat in de avond. Er heerste op de Vischmarkt een zeer vrolijke stemming.
Zaterdag 1 september 1945
Zaterdag 1 september stond vooral in het teken van de allegorische optocht. Een grote optocht met prachtige versierde wagen en karren reed onder grote belangstelling door de stad en de buitenwijken. In de middaguren vonden volksspelen plaats. In de Doelenlaan was veel belangstelling voor het ringrijden met fraai versierde paarden en wagens. Op de Ledige Stede was het mastklimmen en in de Smedestraat heerste grote vrolijkheid bij het kuipsteken. Op het schoolplein aan de Bas Backerlaan en op de Ledige Stede werd stoelendans gehouden. In de avonduren werd na een muzikale rondgang door de stad op de Vischmarkt een vrolijk concert uitgevoerd door de muziekverenigingen van Nunspeet en Harderwijk.
Maandag 3 september 1945
De feestelijkheden werden afgesloten op maandag 3 september met buurtfeesten. Met kinderfeesten, volksspelen en gezamenlijke etentjes werd ook deze dag zeer feestelijk. Nergens vielen er wanklanken. Tijdens de feestelijkheden werd er gecollecteerd voor de Stichting 1940-1945. Het leverde het mooie bedrag van 8.200 gulden op, waarvan 946 gulden uit Oostendorp afkomstig was. De Oranjevereniging nam het besluit om de buitengewone versieringen in de eerste week van september nog niet af te breken. De Vischpoort en nog enkele andere poorten bleven die hele week in de avonduren verlicht. Door de radio werd bekend gemaakt dat voor de versieringen aan Hattem een eerste prijs was toegekend en aan Elburg een tweede prijs.
N.B.S.
De Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) werd op 5 september 1944 officieel opgericht met het doel om de verschillende verzetsgroepen te bundelen en te laten samenwerken. De NBS kwam voor uit de Ordedienst (OD.), de RVV (Raad van Verzet) en de Landelijke Knokploegen (LKP). Aangezien er een tekort was aan voormalig verzetsstrijders, konden ook andere mensen zich aansluiten bij de NBS. Prins Bernhard werd aangesteld als bevelhebber van de NBS. De leden van de NBS droegen blauwe overalls als uniform. De leden van de NBS waren verder herkenbaar aan de oranje armband met zwarte letters Oranje en met het stempel van de NBS er op. De organisatie was gesplitst in twee delen: een actief militaire afdeling, die kon worden ingezet voor gevechtshandelingen en een afdeling bestemd voor ordehandhaving, zuivering en bewaking.
De NBS was landelijk verdeeld in gewesten. De gewesten waren weer onderverdeeld in districten. Elburg, Doornspijk, Hattem, Oldebroek, Wezep, Epe, Heerde, Kampen en IJsselmuiden behoorden tot het district Kampen. Zowel de Duitsers als de geallieerden hadden een bepaalde minachting voor de NBS. De geallieerden sloten op 4-5 mei een wapenstilstand af met de Duitsers op voorwaarde dat het slechts de geallieerden was toegestaan om de Duitsers te ontwapenen. Daarmee waren de NBS min of meer overbodig geraakt, maar ze hielden zich echter niet aan deze bepaling.
CANADEZEN IN ELBURG
Begin juli 1945 arriveerden talrijke Canadezen opnieuw met hun wagens in Elburg. Ze werden ondergebracht in openbare gebouwen zoals de Openbare lagere school aan de Ellestraat, de Confectiefabriek, de Huishoudschool en in hotel ’t Scheepje. De drukte en de levendigheid in de stad nam hierdoor toe. Veel burgers toonden hun gastvrijheid. De Canadezen vermaakten zich goed en genoten van de belangstelling van de lokale bevolking. Het zwembad aan de havenpier werd op speciaal op dinsdag- en op vrijdagmorgen beschikbaar gesteld voor de Canadezen. En er werden zelfs speciale kerkdiensten voor de Canadezen georganiseerd.
De eerste dienst was op zondag 15 juli 1945. Deze druk bezochte dienst werd geleid door een Canadese legerpredikant. Er werden Engelse liederen gezongen en het orgel in de Sint-Nicolaaskerk werd bespeeld door Koert van de Weg. Maar er waren ook een paar minpuntjes. Met de Canadezen vond in een aantal gevallen van weerskanten zwarthandel en bedenkelijke ruilhandel plaats. En toen de Canadezen half september uit Elburg vertrokken bleek dat ze in de openbare gebouwen nogal ruw en lomp hadden huisgehouden. Op diverse plekken waren beschadigingen en vernielingen aangericht. Na herstel- en schoonmaakwerkzaamheden konden de lessen op de Huishoudschool weer beginnen.