Bevrijding van Doornspijk

Begin april 1945 leek de bevrijding heel dicht bij. In het illegale blad Strijdend Nederland van 12 april 1945 werd vol vreugde bekend gemaakt dat de Canadezen inmiddels met stormboten de IJssel waren overgestoken. Volgens Radio Oranje was hiermee de aanval op de vijandelijke posities in Midden-Nederland begonnen. De plaats van de overtocht was niet bekend. De redacteur van het blad schreef: Ons hart begint nog sneller te kloppen bij de gedachte, dat we nu misschien heel gauw vrij zijn. Toch waarschuwde het blad voor onvoorzichtigheid. Zelfbeheersing en discipline waren noodzakelijk. De bevolking werd opgeroepen kinderen bij huis te houden, niet in paniek te raken, niet openlijk tegen de Duitsers te demonstreren en niet te vroeg de vlag uit te hangen.

       
Donderdag 19 april 1945
Doornspijk werd, net als Elburg, op donderdag 19 april 1945 bevrijd. Canadese en Engelse voertuigen reden die dag door Doornspijk. Net als in Elburg werden de bevrijders met grote vreugde begroet. Nog dezelfde avond werd in het Nederlands Hervormde kerkgebouw een dankdienst gehouden. In het illegale blad Strijdend Nederland van 26 april 1945 werd verslag gedaan van deze bijeenkomst.

Op de avond van de dag onzer bevrijding – donderdag 19 april- had een aangrijpende samenkomst plaats in de Ned. Herv. Kerk alhier. Als spreker trad op ds. Joh. G. Lensink. Hij wees er in zijn inleidend woord op dat dit geen kerkelijke bijeenkomst was, maar een samenkomst als burgers van Doornspijk. Daarom betreurde hij het dat geen andere sprekers te vinden waren geweest. De tijdelijke burgemeester, de heer Veninga, had bericht van verhindering gezonden, daar hij reeds in Elburg in een dergelijke bijeenkomst het woord zou voeren.

Een gehouden collecte voor het Fonds voor nabestaanden van onze helden die vielen, bracht 500 gulden op. Tevens valt te vermelden dat de plaatselijke commandant der NBS een gift van 1.000 gulden ontving. Ook schonk een onbekende gever een honderdtal eieren voor zieken in deze gemeente. Deze giften worden ten zeerste op prijs gesteld en langs deze weg brengen wij er onzen dank voor. Nu er nog steeds Duitsche militairen in de bosschen zich schuil houden, dient een ieder, die meent ze te zien, dat onmiddellijk aan de politie of aan de leden der NBS (Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten) door te geven. Snel handelen is hierbij een vereischte, opdat de geallieerden terstond in actie kunnen komen.

In verband met de kans op ongelukken met onontplofte projectielen wordt de bevolking in ’t algemeen en de leden der NBS in ’t bijzonder er met klem op gewezen dat alle uitrustingsstukken van Duitsche militairen, die achtergelaten of gevonden zijn, onverwijld bij de plaatselijke politiecommandant, moeten worden ingeleverd. Het niet nakomen hiervan stelt de betrokkene aan strafvervolging bloot.    

Strijdend Nederland
De bevrijding van Doornspijk werd op 20 april 1945 in een speciale Bevrijdingseditie van Strijdend Nederland vermeld: Terstond na het vertrek der laatste Duitse troepen in den nacht van maandag op dinsdag heerste een sfeer van spanning en onzekerheid omtrent een mogelijke terugkeer dr laatste Duitse formaties. Dinsdagavond kon het verschijnen van eenige met mitrailleurs gewapende burgers de spanning slechts doen toenemen. In de loop van woensdag werd de situatie duidelijker toen de Doornspijksche groep der NBS overging tot het opsporen van geïsoleerde groepjes Duitsers, die zich nog in de bosschen bevonden. Vooral het doortrekken van de Almelosche verzetsgroep stak menigeen een hart onder de riem. Donderdagmorgen omstreeks 11 uur reden de eerste Engelse pantsers, voorafgegaan door den plaatselijken commandant der NBS het dorp binnen. Terwijl overal de vlaggen uithingen, trokken weldra onder gejuich der bevolking de lichte en zware tanks in lange rijen voorbij. Met hun zwaar gedreun verbraken ze de jarenlange druk der bezetting, die dan toch eindelijk was gekomen.