Aart Kruithof

Aart Kruithof stierf op 30 april 1945 in het concentratiekamp Reierhorst bij Wöbbelin in Noord-Duitsland. Twee dagen later werd het kamp bevrijd door de Amerikanen. Het officiële bericht van het overlijden van Aart Kruithof werd op 23 mei 1945 ontvangen. Dominee W.L. Tukker ontving een brief waarin stond vermeld dat Aart Kruithof de verschrikkingen en de ontberingen van het concentratiekamp niet had overleefd. Zijn vriend Johan Brouwer bleek in hetzelfde kamp op 2 april 1945 te zijn overleden.

   
Gezin Kruithof
Aart Kruithof werd geboren op 21 september 1918 in Elburg. Zijn ouders waren Hendrik Kruithof en Aartje Koster. Aart groeide op in een gezin van zeven kinderen in het pand Vischpoortstraat 29. Vader Kruithof was groente- en fruithandelaar. Na de lagere school bezocht Aart Kruithof de ambachtsschool waarna hij bij zijn vader werkzaam was als groente- en fruithandelaar.

Schietpartij
Bij het uitbreken van de oorlog was Aart Kruithof als sergeant in het Nederlandse leger actief. Op 10 mei 1940 wist Aart zijn leven ter nauwer nood te redden. In de buurt van ’s-Heerenberg-Beek werd aart met zijn vijftien manschappen omsingeld door een grote groep Duitsers. Al schietend vanuit een vrachtwagen wist de Nederlandse groep met volle vaart door de linies heen te rijden en uiteindelijk veilig Didam te bereiken. Ongeveer 25 tot 30 Duitse soldaten sneuvelden bij deze spectaculaire actie.

   
Verzetswerk
Tijdens de oorlog raakte Aart Kruithof al vrij snel betrokken bij het verzetswerk. Hij werkte onder andere samen met Hendrik Boeve, Tiem Evink, Wim de Jonge en Gerrit Wiessenberg (Lange Henk). Ook zijn zuster Dina Kruithof met haar verloofde Johan Brouwer (tot december 1944 werkzaam op het distributiekantoor Elburg-Doornspijk) uit Doornspijk deden verzetswerk. Ze boden hulp aan joden, zorgden voor onderduikadressen en hielpen geallieerde piloten.

Hinderlaag
Op 10 december 1944 kreeg Johan Brouwer bericht dat er bij de familie Bouw op De Haere enkele geallieerde piloten verbleven, die daar zo snel mogelijk weg moesten vanwege gevaar. Johan Brouwer, zijn verloofde Dina en Aart Kruithof gingen er nog dezelfde dag op de fiets naar toe. Het bleek achteraf bedrog te zijn. De Duitsers hadden bemerkt dat het verzetswerk op de Noordwest-Veluwe goed in elkaar stak en dat er op een succesvolle manier hulp aan geallieerde piloten werd geboden.

Verkleed in Engelse pilotenuniformen hielden zich enkele Duitsers al enkele dagen op in de buurt van de boerderij van Herman Bouw. Zo hoopten ze in contact te komen met de verzetsmensen. Deze geraffineerd opgezette val lukte. Aart en Dina Kruithof en Johan Bouwer waren zich van geen kwaad bewust en werden nog dezelfde avond gearresteerd. Bij dezelfde actie werden uiteindelijk ook Willem Spaan, zijn vader Eibert Spaan, Herman Bouw, Willem Pater, Diesmer Vlieger, zijn dochter Hendrikje en de vier broers Hendrik, Willem, Beert en Teunis Vlieger ingerekend.

De groep gearresteerden werd op maandag 11 december 1944 overgebracht naar de Koning Willem III kazerne in Apeldoorn. Na enige tijd werden Dina Kruithof en Hendrikje Vlieger vrijgelaten. De groep mannen werd op 19 december overgeplaatst naar Kamp Amersfoort. Het verblijf in Amersfoort was zwaar. De hoop bestond dat de mannen zouden worden vrijgelaten. Enkele (gecensureerde) brieven konden nog worden geschreven, maar op 2 februari 1945 werd de groep op transport gesteld naar het concentratiekamp Neuengamme. Aart Kruithof en Johan Brouwer werden na verloop van tijd overgebracht naar kamp Reierhorst bij Wöbbelin.

Wöbbelin  
Het kamp Wöbbelin werd in februari 1945 operationeel als buitenkamp van Neuengamme. In de loop van april werden er grote groepen gevangenen vanuit andere buitenkampen naar Wöbbelin overgebracht. In totaal zijn er ongeveer 5.000 mannen en ongeveer 1.000 vrouwen naar Wöbbelin getransporteerd. Wöbbelin was nog een kamp in opbouw. Het kamp was totaal ongeschikt om grote aantallen mensen te kunnen herbergen. De omstandigheden in dat kamp waren verschrikkelijk. Toen Wöbbelin op 2 mei 1945 werd bevrijd door de Amerikanen troffen ze er nog ongeveer 3.500 overlevenden aan. De bevrijding kwam voor Johan Brouwer en Aart Kruithof helaas te laat.

   
Johan Brouwer stierf door uitputting op 2 april 1945 in Wöbbelin. Hij stierf op zijn 25-ste geboortedag. Zijn vriend Aart Kruithof overleed op 30 april 1945 in hetzelfde concentratiekamp. Hij bereikte de leeftijd van 26 jaar. Aart was verloofd met Leida Witter. In een rouwadvertentie in de Elburger Courant van 25 mei 1945 schreef Leida onder andere de woorden: Hij stierf als een held voor zijn Vaderland. Het lichaam van Aart Kruithof werd begraven in het Hagenoupark bij Ludwigslust.

Onderscheiding
Op 3 mei 1947 werd Aart Kruithof postuum onderscheiden met een bronzen kruis vanwege zijn heldhaftig optreden tijdens de eerste oorlogsdagen. Deze eervolle onderscheiding werd op de Grebbeberg namens Koningin Wilhelmina uitgereikt door generaal Winkelman, oud-opperbevelhebber van leger en vloot, en in ontvangst genomen door Hendrik Witter en zijn dochter Dina.