Op 18 april 1945 werd kandidaat-notaris Kornelis Veninga waarnemend burgemeester van Elburg. Hij bleef in die functie totdat in december burgemeester Van Lynden terugkeerde op die post. Na de bevrijding werd burgemeester Van Lynden gestaakt (tijdelijk zuiver bevonden). De zuiveringscommissie moest eerst vaststellen welke rol Van Lynden gespeeld had tijdens de bezettingsjaren, voordat hij definitief op zijn post kon terugkeren. Op het gedrag van burgemeester Van Lynden vielen uiteindelijk geen verkeerde zaken aan te merken. Het volledige eerherstel werd pas formeel in april 1946 een feit. Een golf van ontroering ging door Elburg toen bekend werd dat Kornelis Veninga op 5 april 1945 geheel onverwachts op 41-jarige leeftijd was overleden.
Kornelis Veninga was op 1 december 1904 geboren in het Friese Bergum. Hij kwam in november 1929 als notarisklerk in dienst op het kantoor van de familie Hoefhamer. Kornelis Veninga trouwde 19 september 1933 met Carolina Luitingh. Uit hun huwelijk werden drie zoons geboren: Tom, Kees en Karel. Kornelis Veninga studeerde met goed gevolg voor kandidaat-notaris. Gedurende vier jaar woonde het gezin Veninga in Nunspeet. Daarna kwam de familie te wonen op de bovenverdieping van het pand Beekstraat 48 in Elburg. Veninga was in Elburg actief in diverse maatschappelijke organisaties. Tijdens de oorlogsjaren werd Kornelis Veninga districtscommissaris van het Bureau Afvoer Burgerbevolking, hoofd van de gemeentelijke Evacuatieregeling en hoofd van de Luchtbeschermingsdienst.
Na den oorlog werd hij benoemd tot waarnemend burgemeester van Elburg van 18 april tot 19 december 1945. Op 30 november 1945 werd hij lid van den tijdelijke gemeenteraad Elburg. Na 19 december werd hij directeur-beheerder van een regeringsdepot van overgenomen oorlogsgoederen van de Canadezen. In het voorjaar van 1946 volgde zijn benoeming als kandidaat-notaris op het kantoor van notaris Verheus te Epe. Kornelis Veninga werd op dinsdag 9 april 1946 begraven op de algemene begraafplaats aan de Nunspeterweg. Onder de aanwezigen waren onder andere Jan Smallenbroek (burgemeester van Assen en later minister van Binnenlandse Zaken), een vroegere vriend van de overledene en dominee George Pare, de Engelse geestelijke die tijdens de oorlog in de bovenwoning van de familie Veninga was ondergedoken. Op het graf werd onder andere gesproken door burgemeester G.A.F. van Lynden en door notaris Hoefhamer.
Op 28 februari 1945 deden SS’ers een inval in het pand Beekstraat 48. Kornelis Veninga was op dat moment niet thuis. In het pand verbleven op dat moment Henk Verhoef en de Engelse legerpredikant George Pare. Ze konden zich nog net op tijd in hun schuilplek verstoppen. De bovenverdieping werd door de SS’ers grondig doorzocht, maar er werd niets gevonden. Kornelis Veninga kreeg bericht dat hij zich aan de Van Rheemenslaan 9 in Apeldoorn moest melden. Dat heeft hij niet gedaan. De familie Veninga besloot meteen daarna onder te duiken. Op een stukje papier had mevrouw Veninga het adres geschreven. Op hetzelfde brief had ze ook geschreven dat haar man geen gehoor had gegeven aan het bevel. Op verschillende adressen was het gezin Veninga vrijwel onmiddellijk daarna ondergedoken. Het briefje was ruim 75 jaar in het bezit van de familie. In april 2020 schonk zoon Tom Veninga uit Epe dit bijzondere briefje aan het bestuur van Arent thoe Boecop.