Jan Lebbing

Op de Algemene Begraafplaats aan de Nunspeterweg stond vele jaren een opvallende grafsteen. Tijdens de dodenherdenkingen in de periode 1946-1970 werden steevast bloemen gelegd bij de graven van de Elburger verzetsmensen. Zo ook op het graf van verzetsman Jan Lebbing. Op zijn grafsteen waren de indringende woorden aangebracht: Door een noodlottig ongeval gevallen voor zijn vaderland op 18 april 1945. De tekst duidt op een tragische dood. Een dag voordat de Canadezen Elburg kwamen bevrijden, werd Jan Lebbing per ongeluk door eigen mensen doodgeschoten. Vlak voor de bevrijding waren enkele verzetsgroepen betrokken bij groepen terugtrekkende Duitse soldaten.

   
In de donkere avonduren heeft Jan Lebbing op enig moment zich begeven naar een groepje mensen van de Elburger ondergrondse, die de wacht hielden in de buurt van de Zuiderzeestraatweg nabij het weidegebied Het Goor. Toen de groep iets verdachts hoorde en om een wachtwoord vroeg, bleef Jan Lebbing het antwoord schuldig. Hij noemde een ongeveer drie weken eerder gebruikt wachtwoord, wat inmiddels was gewijzigd. Het nieuwe wachtwoord was Jan Lebbing niet bekend, omdat hij de tussenliggende tijd elders verbleef. In paniek schoot daarop een van de verzetsmensen de onbekende persoon dood. Groot was de schrik en de verslagenheid toen bleek dat het slachtoffer Jan Lebbing bleek te zijn.

Familie Lebbing
Johannes (roepnaam Jan) Lebbing werd op 27 december 1916 geboren te Alkmaar. Zijn ouders, Cornelis Lebbing en Elisabeth Jacoba Put, kregen dertien kinderen: twee zoons en elf dochters. Acht kinderen stierven op jonge leeftijd. De meesten van hen stierven aan tuberculose. Vier zussen van Jan zijn (heel) oud geworden. De jongste zus van Jan, Cornelia, werd 91 jaar oud. Zijn oudere zus Elisabeth bereikte zelfs de leeftijd van 104 jaar. Vader Lebbing had een groothandel in metalen. Na de lagere school en de ambachtsschool hielp Jan Lebbing zijn vader in de zaak.

Onderduikperiode
Tijdens de oorlogsjaren kreeg Jan Lebbing een oproep voor de Arbeitseinsatz. Hij gaf aanvankelijk gehoor aan deze oproep en werd tewerkgesteld in Duitsland. Na enige tijd ontvluchtte hij Duitsland en kwam via een vluchtroute door Frankrijk terecht in Rotterdam. Daar vond Jan een onderduikadres bij zijn oudere zuster Elisabeth. Via Rotterdam kwam Jan Lebbing terecht in Elburg. Eerst kreeg hij een poosje onderdak bij de familie Gart Schenk (Staal) aan de Havenkade en vervolgens bij bakker Schenk aan de Vischpoortstraat 3.


Een zuster van Jan Lebbing, Catharina, was getrouwd met Jaap Schenk, een broer van Gart en Hannes Schenk. In Elburg sloot Jan Lebbing zich al gauw aan bij het verzet. Met een vervalst paspoort was het mogelijk om dagelijks te werken bij de smederij en loodgieterszaak van Herman Hulst aan de Ellestraat. In het laatste oorlogsjaar sloot Jan Lebbing zich aan bij de NBS (Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten). Hij wilde met het verdrijven van de bezetters een bijdrage leveren aan de bevrijding van Nederland. Dat werd hem uiteindelijk fataal.

Begrafenis
Jan Lebbing werd op vrijdag 20 april begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Nunspeterweg. De rouwdienst werd geleid door dominee W.L. Tukker, die sprak naar aanleiding van Genesis 2. Aan het graf werd gesproken door dominee Tukker, dominee Gruppen en de heer Kamphorst, een vriend van Jan Lebbing. Leden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten droegen de kist.

Naschrift
Jan Lebbing was dertien jaar oud toen zijn moeder overleed. Zijn vader stierf in 1943. Jan had een nauwe band met zijn zusters. Vanwege het vroege overlijden van zijn moeder, het sterven van zijn enige broer en het overlijden van diverse zusters, waren Jans jeugdjaren niet gemakkelijk. Jan was een goed mens, die altijd klaar stond voor anderen. Zo bood Jan veel troost aan zijn jongste zuster Cornelia, die haar moeder al op 6-jarige leeftijd moest missen. Met haar sprak hij ook over de diepere betekenis van het leven. Groot was het verdriet in de familie na het plotselinge overlijden van Jan Lebbing.

De familie bleef slechts achter met een bericht van deelneming van Koningin Wilhelmina, zijn zegelring en vele mooie en dierbare herinneringen. De zegelring werd door zus Cornelia tot haar overlijden dag en nacht gedragen. De familie Schenk heeft vele jaren het graf van Jan Lebbing op de begraafplaats aan de Nunspeterweg verzorgd. De stoffelijke resten van Jan Lebbing werden op 18 maart 1998 vanuit Elburg herbegraven op het Nationale Ereveld Loenen (vak A, nummer 709). Uit eerbetoon bezoeken familieleden nog met enige regelmaat het graf van Jan Lebbing in Loenen.

 

IN MEMORIAM
Na de Bevrijding verscheen in het verzetskrantje Strijdend Nederland een In Memoriam over  Jan Lebbing. In dit artikel werd Jan omschreven als iemand met een goed en helder verstand, gepaard gaande met een grote bescheidenheid. In Strijdend Nederland wordt Jan Lebbing verder als volgt gememoreerd: Zijn zieleleven was diep en teer. Hij legde zijn hart slechts open voor menschen die hij vertrouwde. Jan was aanhankelijk. Hij miste ook zoo veel in zijn leven, dat eenzaam was. Bijna geheel alleen op de wereld, sloot hij zich gaarne aan bij menschen die hem begrepen. Men kon trots zijn op een vriend als Jan Lebbing. Hij leefde gaarne voor anderen en zocht nimmer eerst eigen voordeel. Steeds behulpzaam kon men op hem rekenen. Zijn omgang met de mensch was steeds bescheiden, beschaafd, aangenaam. Hij worstelde met problemen en met enkele goede vertrouwde vrienden sprak hij er gaarne over om zijn kennis en zijn levenshouding te verdiepen. Een edel mensch is uit ons Elburg heen gegaan. Getrouw tot in den dood voor Koningin, Vaderland en vrienden.