Bloedtransfusie

In de oorlogsjaren deed zich een spannend moment voor in het gezin van visserman Jacob Westerink uit de Smedestraat 16. Van zoon Jaap (1925-2004) was bekend dat hij een zogeheten bloeder was. We kennen dat ziektebeeld nu onder de naam ziekte van Von Willebrand (een erfelijke stollingsstoornis in het bloed). In een weekend kreeg Jaap last van hevige pijnen in zijn buik. De huisarts vond opname in een ziekenhuis in Zwolle noodzakelijk. De pijnen werden ernstiger en in de vroege zondagmorgen deed zich een ernstige darmbloeding voor. In het ziekenhuis was echter een tekort aan bloed. De arts uit Zwolle nam daarop contact op met vader Westerink in Elburg. Er moesten bloeddonoren naar Zwolle komen. De vraag was of Westerink voor donoren kon zorgen.

Nog voor kerktijd is Jacob Westerink daarop naar de Sint-Nicolaaskerk en de Gereformeerde Kerk aan de Vischpoortstraat gegaan om jongens op te roepen om mee naar Zwolle te gaan om bloed te geven. Er meldden zich spontaan ongeveer twaalf jongens uit beide kerken. Met een vrachtautootje van vishandelaar Aart van Triest is het gezelschap vervolgens naar Zwolle afgereisd. Tot overmaat van ramp kreeg de auto onderweg ook nog een lekke band. In het ziekenhuis werd vervolgens van alle meegereisde jongens bloed afgenomen. Twee jongens bleken de juiste bloedgroep (O-positief) te hebben: Gerard Petersen (Gerard de Kluif) en Peter de Vries (Peter de Piepert). Het leven van Jaap Westerink werd daarmee uiteindelijk gered.

Zijn hele leven is Jaap Westerink deze twee Elburgers dankbaar gebleven. Vaak zocht Jaap Westerink in latere jaren altijd even contact met de beide mannen, die tijdens de oorlog bereid waren geweest  hun bloed af te staan.