Illegale pers in Elburg

De laatste editie van het Nieuws- en Advertentieblad voor Elburg en omstreken verscheen op 30 september 1941. Zonder duidelijke aankondiging kwam de krant onverwacht niet meer uit. Ruim een jaar later, op zaterdag 31 oktober 1942, werd de nieuwsvoorziening in Elburg overgenomen door de Veluwsche Courant. Deze krant stond heel duidelijk onder censuur van de Duitsers. Inmiddels werden als tegenwicht gelijktijdig illegale krantjes, tijdschriften en pamfletten gedrukt en verspreid waarin de bevolking werd geïnformeerd over en aangezet werd tot een meer kritische houding tegenover de Duitse bezetters. Ook in Elburg verschenen in de loop van de oorlogsjaren illegale blaadjes. Na het lezen werden ze vaak gedeeld met anderen.

    
Freek Broekhuizen en Wim de Gunst
Eind 1943 werden door twee jonge Elburgers, Freek Broekhuizen en Wim de Gunst, belangrijke mededelingen uit radioberichten opgevangen en op posters in de binnenstad opgeplakt onder de titel Margriet. Door de omstanders werden de posters al gauw aangeduid als De Rode Pimpernel. Die naam was afgeleid van de rode inkt waarmee de teksten werden geschreven. Ook het logo bovenin, een margriet, was in rood getekend. Na verloop van tijd typte Piet Vercouteren, districtsleider van de L.O., de bulletins. Het verspreiden van de posters vormde het begin van de illegale pers in Elburg.

Strijdend Nederland in Elburg
Piet Vercouteren vond het samenstellen van het nieuwsbulletin Margriet niet effectief en onderzocht al vrij spoedig, na verschijning van de eerste exemplaren, naar mogelijkheden om deze te stencilen. Daarvoor had hij echter een cyclostyle nodig. Toen dat niet lukte, kreeg Vercouteren het aanbod vanuit Kampen om voorzien te worden van gestencilde edities van Strijdend Nederland. Toen de vraag in Elburg steeds meer toenam en het transport van exemplaren steeds gevaarlijker werd, rees de vraag om het plaatselijke blad Margriet weer uit te geven of door te gaan met de verspreiding van Strijdend Nederland. In Elburg was men intussen in het bezit gekomen van een stencilmachine. De redactie van Strijdend Nederland deed vervolgens het aanbod om moederstencils beschikbaar te stellen, die in Elburg konden worden afgedraaid. Deze stencils werden in een stang van een herenfiets verborgen. Onderweg werden de fietsen op een afgesproken ontmoetingspunt omgeruild met een koerier uit Elburg (Henk Hulst).

De gebroeders Henk en Nico Gruppen stencilden de krantjes. De verspreiding van Strijdend Nederland bestreek een groot deel van de Noordwest-Veluwe. Hoewel de organisatie veilig en zorgvuldig werkte, viel er in Oldebroek toch een slachtoffer. Roelof Schraa werd door de Duitsers bij een controle gearresteerd met exemplaren van Strijdend Nederland. Toen hij weigerde namen te noemen, werd hij op 10 oktober 1944 ter plekke gefusilleerd. Vanaf eind september 1944 werd de band met Kampen verbroken. Na de Slag om Arnhem werd het steeds gevaarlijker om illegaal werk te doen. Voortaan stelde Albert Hulst berichten samen en schreef artikelen over diverse gevoelige onderwerpen. Ook de heer J. Fokkens leverde artikelen, terwijl Aart Hulst de technische zaken verzorgde. Nadat eind oktober 1944 ook het vervoer van grote pakketten Trouw vanuit Utrecht steeds gevaarlijker werd, besloot men ook dit blad in Elburg te vermenigvuldigen en werd de speciale uitgave van Trouw afwisselend met Strijdend Nederland verspreid. Daarnaast werden ook wel artikelen uit Trouw toegevoegd aan Strijdend Nederland. Naast Elburg verschenen ook in Vollenhove en Hengelo zelfstandige edities van Strijdend Nederland.

Henk en Nico Gruppen
In oktober 1942 verhuisde dominee A. Gruppen (1886-1955) met zijn vrouw naar Elburg. De Christelijk Gereformeerde Kerk had met succes (na 32 jaar vacant te zijn geweest!) een beroep uitgebracht op legerpredikant Gruppen uit Eindhoven. Vanwege het ontbreken van een pastorie woonde de familie Gruppen tijdelijk in het pand bij de familie Westerink aan de Jufferenstraat 15. De zoons Henk en Nico Gruppen waren in Eindhoven achtergebleven. Na de bombardementen op de Philipsfabrieken (december 1942) kwamen de broers Gruppen in het begin van 1943 alsnog naar Elburg en doken onder bij hun ouders. In het voorjaar van 1944 werden de broers Gruppen benaderd door Piet Vercouteren met de vraag of ze bereid zouden zijn het illegale blad Strijdend Nederland te stencilen. Henk en Nico Gruppen waren meteen bereid deze taak op zich te nemen.

       
In het gebouw van de ambachtstekenschool aan de Beekstraat 55 (waar ook de meubels van de familie Gruppen waren opgeslagen) konden de broers in het geheim hun werk doen. In dit gebouw was een afgesloten ruimte voor de opslag van de stencilmachine, de inkt en het papier. Bovendien was er voldoende uitzicht op de Beekstraat bij eventueel gevaar. Na de werkzaamheden werden de krantjes afgeleverd bij de woning van meester Vercouteren aan de Bas Backerlaan 2. Inkt was er voldoende, maar papier van voldoende kwaliteit gaf vaak problemen. In de zomer van 1944 verhuisde de familie Gruppen naar het pand Beekstraat 14. De opgeslagen meubels verhuisden vanuit de school mee naar de nieuwe pastorie. Dat betekende ook dat de broers Gruppen hun werkplaats moesten verplaatsen naar het (grote) pand aan de Beekstraat 14. Om ongestoord en veilig te kunnen werken, werden de krantjes in de nachtelijke uren gestencild. Daarnaast vermenigvuldigden Henk en Nico Gruppen ook wapeninstructieboekjes voor de L.K.P. (Landelijke Knokploegen).

Verklaring
Op 11 juni 1945 schreef Piet Vercouteren een verklaring waarin hij de rol van Nico Gruppen tijdens de bezettingstijd samengevat weergaf:

Ondergetekende P. Vercouteren, rayonleider voor de Noord-Veluwe, wonende Bas Backerlaan 2 te Elburg, verklaart, dat Gruppen, Hendrik Nicolaas, geb.20 januari 1921 te Steenwijk, wonende Beekstraat 14 te Elburg, bij de aanmeldingsplicht voor de arbeidsinzet is ondergedoken. In Elburg werd hij L.O. medewerker. Zijn hoofdtaak was vanaf mei 1944 gelegen in het drukken van de stenciluitgave Strijdend Nederland (nieuwsberichten) en Trouw (Veluwe-editie) in een oplage van 800 á 1.000 exemplaren voor het verspreidingsgebied gelegen tusschen Nunspeet en Wezep. Daarnaast was hij behulpzaam bij het verzorgen van piloten, zijn Engelsche taalkennis kwam hem hierbij goed te pas. Verder was hij vanaf de oprichting lid van de R.V.V. (Raad van Verzet) en de N.B.S. (Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten).
w.g. P. Vercouteren
Rayonleider Noord-Veluwe van de L.O. (Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers).

P.S. Hendrik Nicolaas (Nico) Gruppen stierf op 8 februari 2006 op de leeftijd van 85 jaar.

 

DE STANDAARD
Met name onder de gereformeerden werd het dagblad De Standaard veel gelezen. Ook in de gemeente Elburg. Na de Duitse bezetting probeerde de hoofdredactie zoveel mogelijk een neutrale houding in te nemen. Een gedeelte uit de brieven van Paulus aan de Romeinen (Romeinen 13 vers 1) was bij die houding leidend: men moest de overheid gehoorzamen. Dat hield in dat ook de bezetter als overheid in principe gehoorzaamd moest worden. De Standaard bleef verschijnen tot 1944. Vanwege papierschaarste werd de krant gedwongen te stoppen. Intussen was in 1943 het illegale blad Trouw opgericht. Deze krant werd vanaf het begin veel gelezen door met name het gereformeerde volksdeel. Vanwege de koers van De Standaard zegden veel mensen het abonnement op. De gemeentesecretaris van Doornspijk, Johannes van Hulsteijn, deed dat op 5 juli 1941. Hij schreef de redactie van de krant de volgde brief:

Hiermede bericht ik U dat ik mijn abonnement op Uw dagblad wensch te beëindigen. De inhoud is zodanig, dat van de vroegere Standaard, die nooit aarzelde een eigen, welgefundeerd en Anti-Revolutionair standpunt in te nemen en te verbreiden, weinig is over gebleven. Ik ben er van overtuigd, dat de huidige omstandigheden veel in de pen moet blijven wat U gaarne zou zien gedrukt, doch ik als lezer, die nog steeds niet voldoende ben ingesteld op wat men noemt “de nieuwe orde”, kan deze journalistiek, die ons dagelijks wordt opgediend, niet naar behoren verdragen. Vandaar dat het mijns inziens beter is te bedanken, niettegenstaande dat het mij leed doet. Hopelijk breken zeer binnenkort wederom andere tijden aan, waarin het wederom mogelijk wordt eigen ideeën, beginselen en gedachten binnen bepaalde grenzen vrijelijk te uiten. U kunt dan wederom rekenen op mijn abonnement en steun.      

STRIJDEND NEDERLAND
Het ophangen van posters was niet meer nodig toen in Elburg het illegale blad Strijdend Nederland verscheen. Het verplicht inleveren van radio’s in 1943 stimuleerde verzetskringen om het nieuws via illegale krantjes te verspreiden. Strijdend Nederland werd in Kampen opgemaakt. Leider van de Persgroep Strijdend Nederland was dr. R.J. Dam, rector van het gereformeerd gymnasium te Kampen en coördinator van het illegale blad Trouw in de vier noordelijke provincies. G. Spanhaak nam de taak op zich om minstens drie keer per week een nieuwsbulletin te maken. Medewerking hierbij werd verleend door A.S. Scholten. De bulletins werden aan veertien invloedrijke personen verstrekt, onder voorwaarde dat zij de berichten zouden doorgeven. Zo werd er enkele maanden gewerkt tot het moment dat er steeds meer mensen het blad wilden lezen.

Dr. Dam was echter tegen het op grote schaal verspreiden van dit illegale krantje in een relatief kleine stad als Kampen. Na enige tijd gaf hij echter toch toestemming om de oplage van Strijdend Nederland te verhogen naar honderd exemplaren. Daarnaast werd een redactiecommissie gevormd waarbij naast G. Spanhaak (redactie), A.S. Scholten (organisatie) ook A. Slurink (technische zaken) werd opgenomen. Het verspreidingsgebied van het verzetsblad nam al snel in omvang toe. Het ging allemaal goed tot de Duitse politie in de nacht van 31 januari op 1 februari 1944 een grote razzia hield, waarbij ongeveer twintig medewerkers (waaronder Scholten) werden gearresteerd. Spanhaak wist de dans te ontspringen en dook onder in Zwolle.

Tot september 1944 zetten de heren A. Slurink en W. van der Kamp (leider van de L.O in Kampen) het werk met betrekking tot Strijdend Nederland voort. Ze kregen daarbij hulp van twee ondergedoken gemeenteambtenaren uit Zwartsluis. Zowel de oplage als de omvang van het blad namen in deze periode toe. In september 1944 keerde Spanhaak in Kampen terug. Twee maanden later kwam Scholten vrij uit gevangenschap. Het oude driemanschap kreeg de leiding van Strijdend Nederland weer in handen. Wel werden vanaf dat moment om veiligheidsredenen de persactiviteiten gescheiden van het overige illegale werk. Ondanks tegenslagen bleef het blad verschijnen. Vanaf eind januari 1945 werd volgens een geheel nieuwe opzet verder gewerkt. Een ernstige tegenslag trof de medewerkers van Strijdend Nederland op 13 maart 1945 toen dr. R.J. Dam werd gearresteerd. Hij werd op 10 april 1945 nabij Assen gefusilleerd.

TERUGBLIK VAN TWEE VRIENDEN
Freek Broekhuizen (1927-1997) en Wim de Gunst (1928-2005) waren ongeveer dertien jaar oud toen de Tweede Wereldoorlog begon. Begin mei 1995 blikten de beide vrienden nog eens terug op de jaren 1940-1945. De oorlog had hun jeugd voor een belangrijk deel bepaald. Freek en Wim woonden tijdens de oorlog beiden aan de Beekstraat. De familie Broekhuizen had een schildersbedrijf in het pand Beekstraat 11. De ouders van Wim de Gunst hadden een drogisterij in het ‘t Olde Huus, het pand Beekstraat 35. Aanvankelijk leek het leven na de capitulatie in 1940 weer haar normale gang te gaan. Het was is de begintijd van de oorlog tamelijk rustig in Elburg. Dat veranderde toen in Elburg Joodse medebewoners werden opgehaald en naar werkkampen werden gedeporteerd. Op de stadswallen waren inmiddels bordjes opgehangen met de tekst: Voor Joden verboden. Het besef begon door te dringen wat de gevolgen van de bezetting waren.

RADIO ORANJE EN DE BBC
De familie De Gunst had een radio in huis. Vol interesse werden de uitzendingen van Radio Oranje en de BBC gevolgd. In april 1943 kwam de verordening dat alle radio’s moesten worden ingeleverd, maar de familie De Gunst gaf aan dat bevel geen gehoor. Het apparaat werd goed verborgen. Tussen de drogisterij en de bovenwoning was een geheime ruimte. Daar werd soms zes of zeven keer per dag geluisterd naar de berichtgevingen van Radio Oranje en de BBC. Omdat niet iedereen een radio had, besloten Wim de Gunst en Freek Broekhuizen de berichten uit Londen op te schrijven. De belangrijkste mededelingen schreven ze vervolgens op een pamflet, die ze op verschillende plekken in de stad ophingen zoals op bomen op de wal, de Vischpoort en op de ramen van enkele Duitsgezinde families.

De pamfletten werden ondertekend met De Rode Pimpernel en voorzien van een getekende margriet (prinses Margriet was op dat moment net in Canada geboren). De pamfletten werden goed gelezen. Naast radioberichten vielen er ook teksten met oproepen tot verzet op de posters te lezen. De oplage varieerde van 12 tot maximaal 30 exemplaren. Iedere ochtend liepen de Elburger vissers door de Vischpoort richting de haven en passeerden daarbij het pamflet. De acties van Freek en Wim  bleven geheim. Niemand wist precies wie er achter die pamfletten zat. Zelfs de vriendengroep van de beide jongens wist er niet van.

       
ARRESTATIE
Bij een van die keren ging het mis. Wim de Gunst kwam op een avond na elf uur bij Freek Broekhuizen vandaan. Het was op de dag dat de Duitsers een inval hadden gedaan bij de wasserij van de familie Van Leeuwen, op donderdag 20 juli 1944. Op de Vischmarkt werd Wim door de politie aangehouden. Ze doorzochten zijn portefeuille en vonden daarbij de namen van de piloten die door zijn opa, die begrafenisondernemer was, waren begraven. Nadat ze deze gegevens vonden, was het mis. Het ouderlijk huis van Wim de Gunst werd helemaal doorzocht. Op het bureau van vader De Gunst lagen een paar exemplaren van Strijdend Nederland. Eén van de agenten zag dat en ging er bovenop zitten. Hij bleek een goede vaderlander te zijn. Niettemin moest Wim de Gunst mee naar Zwolle. Daar werd hij gefouilleerd. Er bleek een medaillon met een beeltenis van de koningin in zijn broekzak te zitten.

IN CONTACT MET VERCOUTEREN
Wie zeer waarschijnlijk wel op de hoogte was, was Henk Hulst, een oudere neef van Freek Broekhuizen. Hij bracht Freek en Wim in contact met Piet Vercouteren, de districtsleider van de L.O. in Elburg. Vercouteren distribueerde vanuit Kampen het illegale blad Strijdend Nederland en vroeg Freek en Wim of zij bereid waren deze blaadjes in Elburg rond te brengen. Vercouteren had daarvoor een geheime code. Als hij in de winkel van De Gunst kwam en vroeg of er scheermesjes waren, dan was dat het teken dat Strijdend Nederland weer moest worden rondgebracht. Na enige tijd ging het tweetal meer illegale krantjes verspreiden, zoals Trouw, Het Parool, Ons Volk en Vrij Nederland. Vaak brachten Freek en Wim de krantjes in de donkere avonduren rond, op het moment dat vrijwel niemand op straat.

Diezelfde goede agent liet het medaillon onopvallend verdwijnen. Later bleek dat hij het door de wc had gespoeld. Wim de Gunst werd kort daarna afgevoerd naar Ommen, waar hij hardhandig werd verhoord door de commandant. Hij wilde weten wat Wim de Gunst met die piloten te maken had. Intussen was er paniek en angst in Elburg. Vader Geerlig de Gunst bezocht verschillende kampen om zijn zoon te zoeken. Freek Broekhuizen sliep vanaf dat moment niet meer thuis, maar in een pakhuis op de Ledige Stede. Er was een risico dat zijn vriend tijdens verhoren mogelijk zou doorslaan. Het liep uiteindelijk goed af. De verklaringen van Wim werden in Elburg nagetrokken. Na een verblijf van ongeveer een week in het kamp bij Ommen werd Wim de Gunst weer vrijgelaten.

N.B.S.
Toen in september 1944 de organisatie van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) werd opgericht, sloot ook een groep Elburgers zich hierbij aan. Freek Broekhuizen en Wim de Gunst behoorden ook tot die groep. Verzetsman Henk Hulst leerde Freek en Wim met wapens om te gaan. In een schuurtje in de Bloemsteeg werd geoefend. De beide vrienden leerden wapens uit elkaar te halen en weer in elkaar te zetten. Ze leerden onder andere om te gaan met de stengun, het pistool en de Amerikaanse karabijn. Na de bevrijding bleef de Tweede Wereldoorlog de beide vrienden bezighouden. In archieven deden Freek en Wim nog diverse keren onderzoek. En beiden verzamelden en bewaarden veel gegevens over de periode 1940-1945. De oorlog bleef hen ook op oudere leeftijd bezighouden…