Familie Van de Brake
De plek waar zich de boerderijen van de families Van Zeeburg en Van de Brake aan de Veldweg bevinden, worden in de volksmond aangeduid als Soppenhof. Deze boerderijen liggen verhoogd in het landschap bedoeld om destijds de dreigingen van het wassende water van de Zuiderzee te kunnen weerstaan. Vele jaren lagen de boerderijen vrij geïsoleerd in het landschap aan de zeekant van Doornspijk. Door familiebanden met de Van Zeeburgs kon de familie Van de Brake op een van de boerderijen op Soppenhof gaan boeren. De moeder van Jantje Prins was Hendrikje van Zeeburg. Jantje Prins trouwde op 5 december 1912 met Jan Eibert van de Brake (1884-1936). Het jonge paar bewoonde vanaf hun huwelijk de boerderij aan de Veldweg. Jan Eibert van de Brake en Jantje Prins kregen een groot gezin van negen kinderen. Jan Eibert stierf echter op 16 mei 1936 op 51-jarige leeftijd aan de gevolgen van tuberculose. Zijn vrouw zette samen met haar kinderen de boerderij voort.
Eerste oorlogsweken
Vier jaar na de dood van Jan Eibert van de Brake brak de Tweede Wereldoorlog uit. De eerste dagen van de oorlog zorgde bij de familie Van de Brake meteen voor grote spanningen. Zoon Johannes (Hannes) van de Brake (1919-2001) was als dienstplichtige in militaire dienst en moest de Moerdijkbrug bij Dordrecht verdedigen. Na vijf dagen was de strijd al beslist. Het Nederlandse leger was niet bestand tegen de Duitse militaire overmacht. Generaal Winckelman moest op 15 mei 1940 capituleren. Hannes van de Brake en zijn kameraden werden krijgsgevangen gemaakt en afgevoerd naar de Willem de Zwijger-Kazerne in Wezep. Na enige tijd mochten de militairen naar huis. Het thuisfront was al die tijd niet op de hoogte van deze ontwikkelingen. Toen kort na de capitulatie nog geen enkel levensteken van Hannes van de Brake was vernomen, zijn Willem van de Brake en Bernard Compaijen naar de kazerne in Tilburg gefietst om Hannes te zoeken, echter zonder resultaat. De verrassing en de blijdschap waren groot toen Hannes enkele weken na de capitulatie zich weer thuis meldde. Tot zijn grote verdriet was zijn beste vriend, Willem Schutte, op 21-jarige leeftijd gesneuveld.
Verzetswerk
Kort na terugkomst hervatte Hannes zijn werkzaamheden op de boerderij. Maar in de jaren die volgden raakte Hannes van de Brake volop betrokken in het verzetswerk. De gevechten bij de Moerdijkbrug hadden een zwaar stempel gedrukt. Een sterk gevoel voor rechtvaardigheid en een grote vaderlandsliefde motiveerden Hannes om de vijand te bestrijden en zich niet neer te leggen bij de bezetting. Hannes raakte betrokken bij de knokploeg Old Putten. Via deze groep leerde hij ook Niek en Han Rambonnet kennen. Hannes was vaak in de nachtelijke uren op pad om wapens en bonkaarten te bemachtigen en om geallieerde piloten veilig onder te brengen. Ook deed Hannes mee met het ontsporen van treinen. In 1941 kreeg Hannes verkering met Jannetje Bakker. Samen met haar moeder, die weduwe was, en haar broers woonde Jannetje op een boerderij op de Hokseberg (adres Hokseberg 12). Op dit adres zaten diverse onderduikers, op enig moment zelfs acht tegelijkertijd. Ook aan Engelse piloten en aan evacués uit Oosterbeek werd onderdak geboden. De familie Bakker ontving hiervoor na de oorlog officiële dankbetuigingen.
Gastvrijheid
De boerderijen van de families Van de Brake en Van Zeeburg lagen vrij afgelegen. Er kwamen niet vaak Duitse soldaten over de weg en er passeerde maar zelden een Duits militair voertuig. Het leek een veilige plek voor onderduikers. De familie Van de Brake was zeer gastvrij. In de zomer van 1942 kwam Dick Fenijn uit Rotterdam enige tijd logeren om aan te sterken. Hij keerde vervolgens een paar maal terug naar huis, maar telkens kwam hij terug naar de familie Van de Brake. In het laatste oorlogsjaar kwam zelfs het hele gezin Fenijn in Doornspijk logeren. Ze raapten achtergebleven rogge- en haveraren van het land en namen het graan mee naar huis. Ook vele hongerende mensen uit West-Nederland kregen voedsel en onderdak bij de familie Van de Brake. Het kwam wel voor dat er ongeveer twintig mensen tegelijk op de deel en op de hilde boven de koeien sliepen. De mensen kregen goed te eten. Er werd bij de familie Van de Brake boter gekarnd, brood gebakken, kaas gemaakt en pap gekookt. Als de mensen de volgende morgen met een volle maag vertrokken, kregen ze vaak ook nog aardappelen en rogge mee. Tijdens de oorlogsperiode werd nooit tevergeefs een beroep op de familie Van de Brake gedaan.
Wim Postma
In 1943 kreeg de familie Van de Brake een Groningse onderduiker in huis. Willem Gerrit (Wim) Postma (1920-1990) uit Leek was via de Arbeitseinsatz te werk gesteld in Duitsland. Hij mocht echter tussentijds voor een korte verlofperiode terug naar huis. Hij besloot na zijn eerste verlof niet meer terug te keren naar Duitsland. Zijn zuster Jannie Postma (later gehuwd met meester De Graaf), die schooljuffrouw was op de hervormde lagere school in Doornspijk, kon een onderduikadres voor haar broer regelen. Wim Postma vond bij de familie Van de Brake een veilig onderkomen. Zus Jannie had enige tijd eerder ook een onderduikplek geregeld voor haar broer Dirk. Hij kon bij de familie Lokhorst aan de Grevensweg onderduiken. Wim Postma kreeg tijdens zijn onderduiktijd verkering met Dirkje van de Brake (1922-2008). Ze trouwden na de oorlog en gingen in Leek wonen. Wim werkte bij de onderhoudsdienst van de PTT. Nadat Wim werd overgeplaatst naar Zuidhorn, verhuisde het gezin Postma uiteindelijk naar Harderwijk.
Familie Westerink
Op 18 september 1944 kwam visserman Jan Westerink (Jan Rem) van de Molenkampdwarsstraat uit Elburg met vier zoons bij de familie Van de Brake onderduiken. De situatie in Elburg was dermate dreigend dat vrijwel alle vissers uit Elburg onderdoken in de wijde omgeving. De vloot dreigde te worden opgeblazen nadat de vissers weigerden de vaartuigen naar Stavoren te varen. De Westerinks sliepen bij de familie Van de Brake en hielpen overdag op het land met het rooien van de aardappelen. Vrijwel iedere dag kwamen de jongste zoons, Jan en Chris Westerink, te voet vanuit Elburg om hun vader en broers op de hoogte te stellen van de laatste ontwikkelingen. In die dagen kwamen ook dominee Tukker en veearts Geerdink bij de Van de Brakes over de vloer. Na een paar weken konden de Westerinks ze weer veilig terugkeren naar Elburg.
Feestelijkheden
Op 10 november 1944 trouwden Engeltje van de Brake (1913-2017) en Bernardus Johannes (Bernard) Compaijen (1909-1950). Het bruiloftsfeest werd op de boerderij van de familie Van de Brake gevierd. Vanwege de door de Duitsers ingestelde spertijd moest het feest echter voor acht uur afgelopen zijn. Broer Hannes van de Brake kwam diezelfde avond met vier Engelse piloten aanzetten. Ze waren na de Slag om Arnhem achter de vijandige linies terecht gekomen. De piloten konden die avond tot hun grote verbazing een deel van het feest met allerlei lekkernijen meemaken. De vier piloten werden door Hannes van de Brake overgebracht naar de boerderij van de familie Van den Brink aan de Kerkdijk. In de avonduren luisterden de Engelse piloten op de boerderij van Van de Brake naar de Engelse zender. Dan kwamen de twee piloten die bij Van den Brink zaten ook luisteren. Moeder Jantje van de Brake-Prins zette op die momenten voor de piloten een grote schaal met appels en peren op tafel. Enkele weken later verdwenen de piloten weer. Het was de bedoeling de piloten achter de linies te brengen. De eerste poging mislukte, de tweede poging liep wel goed af. Later is bekend geworden dat deze piloten veilig teruggekeerd zijn bij de Engelse troepen en uiteindelijk de oorlog hebben overleefd.
Arrestatie
Ondanks alle gevaarlijke acties bij zijn verzetswerk wist Hannes van de Brake de oorlogsjaren te overleven. Maar drie dagen voor de bevrijding werd Hannes alsnog gearresteerd. Bij een controle ontdekten de Duitsers dat hij zijn fietstassen vol met wapens had. Hij werd gedwongen zijn eigen graf te graven. Zijn levenseinde leek nabij. Plotseling riep een Duitse soldaat hem toe dat hij zich snel uit de voeten moest maken. Hannes vluchtte door sloten en weilanden en wist te ontkomen. Kort daarna kreeg Jannetje Bakker te horen dat haar vriend was doodgeschoten. Een vreselijke boodschap, die achteraf gelukkig niet waar bleek te zijn. De vijand had zijn leven gespaard.
Goede buren
De familie Van de Brake kon goed overweg met hun buren, de familie Van Zeeburg. Bij de familie Van de Brake was men op de hoogte dat de familie Van Zeeburg zes Joodse mensen verborg. Er was voldoende onderling vertrouwen. Als goede buren hielp men elkaar op het moment dat het nodig was. Hannes van de Brake zorgde voor voldoende bonkaarten voor de familie Van Zeeburg. De familie Van de Brake had al vanaf omstreeks 1935 een radio. De radio was tijdens de oorlogsdagen verstopt onder de grond, maar werd op gezette tijden tevoorschijn gehaald en op de deel gezet. Er werd vol spanning geluisterd naar Radio Oranje. De buren Van Zeeburg, Veldkamp en Nagelhout kwamen op die momenten ook luisteren.
Eervolle erkenningen
De kinderen van de familie Van de Brake beleefden de oorlogsjaren als een enerverende tijd. Voor moeder Van de Brake was dat anders omdat er voortdurend gevaar dreigde. Voor haar moed, durf en daadkracht werd Jantje van de Brake-Prins na de oorlog twee keer onderscheiden. Deze ingelijste certificaten hangen nog altijd aan de muur bij de familie. De teksten luiden:
This certificate is awarded to
Jantje van de Brake
as a token of gratitude for and appriciation
of the help given tot the Sailors, Soldiers
and Airman of the Britsh Commonwealth
of Nations, which anabled them to escape
from, or evade capture by the enemy.
En ook van de Amerikaanse president Dwight Eisenhower ontving Jantje van de Brake-Prins een eervolle erkenning:
The President of tehe United States of America
Has directed me to express to
Jantje E. van der Brake
The gratitude and appreciation of the
American people for gallant service
in assisting the escape of Allied
Soldiers from the enemy.
Dwight D. Eisenhower
General of the Army
Commanding General United States Forces European Theater.
In de Elburger Courant van 5 juli 1946 werd aan het verlenen van onderscheidingen in een kort artikeltje aandacht aan geschonken onder het kopje Hulp aan piloten: Doornspijk. Door een aantal gezinnen in onze gemeente werd, als dank voor de herberging en hulpverleening aan geallieerde vliegers in bezettingstijd, een oorkonde gezonden, en wel aan de families wed. H. Bakker, wed. J.E. van de Brake, Joh. van de Brake en C. Docter.
Levensloop
Hannes van de Brake en Jannetje Bakker (1921-2001) trouwden op 4 april 1946. Ze gingen wonen op een boerderijtje in de Vrijheid. Daar werden drie dochters geboren. In 1957 verhuisde het gezin Van de Brake naar Doezum in Groningen. Een grotere boerderij gaf meer mogelijkheden. De ervaringen uit de oorlogsjaren bleven zijn leven lang bij Hannes in gedachten aanwezig. Hij sprak er niet veel over, maar op bepaalde momenten leidde het soms tot trauma’s. Hannes van de Brake stierf op 29 mei 2001 op 82-jarige leeftijd. Zijn vrouw overleed twee maanden later, op 29 juli 2001. Zij werd 80 jaar.