Maarten Seijbel

Ik ben geboren op 14 februari 1939 in het pand op de hoek van de Brouwersteeg-Smeesteeg in Elburg, dus midden in de stad. Het was voor velen, en ook voor mijn ouders (Jan Willem Seijbel en Johanna Bruynes), geen gemakkelijke tijd. Drie maanden na mijn geboorte kreeg mijn moeder tbc en werd opgenomen in een sanatorium. Kort daarna werd mijn vader opgeroepen voor militaire dienst wegens de mobilisatie. Zodoende moest er derhalve voor ons kinderen onderdak gezocht worden.

Bij familie ondergebracht
Mijn oudste broer Willem Frederik, mijn oudere zus Jannie en ik werden ondergebracht bij mijn grootmoeder (die weduwe was) en een ongetrouwde tante. Zij woonden naast ons in het pand Smeesteeg 6. Het was een oude stadsboerderij. Intussen had mijn vader opdracht gegeven aan timmerman Van Tongeren, die tegenover ons in de Smeesteeg woonde, om aan de Nunspeterweg een nieuw huis te bouwen. Sommige Elburgers konden maar niet begrijpen waarom mijn vader en moeder zo ver buiten Elburg gingen wonen. Toen ik ongeveer anderhalf jaar oud was, kreeg ik voor het eerst mijn eigen moeder te zien en zij mij. Zij was voor mij een volkomen vreemde. Later is dit allemaal ook weer goed gekomen.

       
Oorlogsjaren
Van de oorlog zelf kan ik mij flarden herinneren, zo ongeveer vanaf 1943. Zo herinner ik mij dat mijn vader in 1943 zich alsnog in krijgsgevangenschap moest melden, zoals destijds alle PTT-ambtenaren die ook in dienst waren geweest. Ik weet nog goed dat hij wegging en drie maanden later (dankzij een medische tip van dokter Gualthérie van Weezel) weer plotseling terugkwam. Ook de Bevrijding staat mij nog helder voor de geest. Ik kan nog het plekje aanwijzen waar ik stond, toen heel Elburg bijeen liep om de Canadezen te verwelkomen.

Naoorlogse jaren
Na de oorlog begonnen de scholen weer. Ik heb de lagere school doorlopen, waarna ik naar de christelijke ULO in Elburg ging. Nadat ik hier in juni 1956 eindexamen had gedaan, kon ik met ingang van zaterdag 14 september 1956 (er werd toen nog op zaterdagmorgen gewerkt) als jongste medewerker beginnen op het kantoor van Notaris J. Hoiting, die toen al zijn kantoor had in het pand aan de Jufferenstraat 29. Hier waren toen nog twee oudere klerken werkzaam: Nicolaas Westerink en Jacob Balk. De eerste was daar reeds in 1915 gekomen en Jacob Balk in 1917. Vanaf 4 februari 1959 tot en met augustus 1960 moest ik vervolgens mijn militaire dienstplicht vervullen, waarvan het eerste halfjaar in Ede en daarna in Harderwijk.

Het werk op het notariskantoor was zeer afwisselend en buitengewoon boeiend. Je had elke dag weer met andere mensen van doen. In die tijd waren er veelvuldig zogenaamde ‘erfhuizen’ en publieke veilingen van huizen en landerijen. Zo leerde ik veel mensen kennen in Elburg en wijde omgeving. In het begin van mijn notariskantoorwerk werden we regelmatig geconfronteerd met de afwikkelingen van de nalatenschappen van Joodse Elburgers, die in de oorlog waren omgekomen. Dat was vaak geen eenvoudige zaak. Tot 14 september 2001 ben ik op dit kantoor gebleven en heb dus precies 45 jaar, nadat ik op het notariskantoor was begonnen, afscheid genomen. Mijn loopbaan was niet zo spectaculair, maar wel zeer interessant.